Donald is hard aan het studeren. Hij leest over Caesar, de schrijver Klinknagel en Napoleon. Als zijn neefjes hem vragen waarom hij dat doet zegt hij dat hij honderdduizend gulden wil winnen in een quiz. Hij zegt dat hij de antwoorden op alle vragen weet. Hij gaat met zijn neefjes kijken bij de Kommer en Kwel quiz. Op het podium zien ze een ton met honderdduizend gulden en een nieuwe fiets staan. De quizmaster vraagt een vrijwilliger om mee te doen. Velen melden zich aan en Donald heeft het druk met voordringen. Hij komt als eerste tevoorschijn uit de menigte maar zijn neefjes waren toch net iets eerder. Toch stelt de quizmaster Donald de eerste vraag want hij wil deze druktemaker een lesje leren. De regel is dat als het antwoord fout is hij straf zal krijgen. De quizmaster vraagt hoeveel Watt een Friedoffograaf gebruikt. Donald weet niet wat dat voor een apparaat is en krijgt daarom een grapefruit op zijn hoofd geramd. Aan het eerste neefje vraagt de quizmaster hoeveel staarten een hond heeft. Hij antwoordt dat dat van de hond afhangt en de quizmaster vindt dat goed. Het neefje krijgt een fiets. Donald krijgt als verliezer nog een vraag. Hij moet antwoorden hoeveel bussen er nodig zijn voor een schoolreisje. Hij weet het niet maar krijgt toch een tegoedbon. De quizmaster laat de bon vallen en als Donald hem oppakt krijgt hij een enorme klap. Het tweede neefje wordt gevraagd hoeveel eieren er in een dozijn zitten. Donald wil het voorzeggen maar krijgt een ton vruchtengelei over zich heen. Het neefje antwoordt Een Dozijn en de quizmaster vindt dat goed. Het neefje mag kiezen of hij als prijs het geld neemt of de fiets. Donald wil dat hij het geld neemt maar hij neemt de fiets. Het laatste neefje krijgt de vraag hoeveel twee min twee is. Donald wil het voorzeggen maar krijgt een bak slagroom over zich heen. Het neefje zegt niets. De quizmaster vindt dit goed want het antwoord is ook niets. Het neefje mag ook kiezen of hij het geld wil of de fiets. Donald wil weer dat hij het geld neemt, maar hij kiest de fiets. Donald krijgt een laatste kans. Ze vragen hem hoeveel druppels water er per week van de Niagara watervallen vallen. Hij krijgt een minuut om het antwoord te geven. Donald weet het antwoord want hij heeft het gelezen. Net op tijd, verdwaasd en uitgeput geeft hij het lange antwoord. De quizmaster vraagt hem of hij de fiets wil of het geld. Hij kiest de fiets en fietst met ingetrokken hoofd het podium af.