Kwik, Kwek en Kwak maken ruzie over welke kleur de kerstboom dit jaar moet hebben. Na een tijdje zijn ze er uit dat het dit jaar een gouden kerstboom moet zijn. Via de krant en over de radio horen Donald en de neefjes dat er een heks gezien is en dat er veel kerstbomen vernield zijn. Donald kan een gouden kerstboom niet betalen en koopt daarom een eenvoudige kleine kerstboom. Hier moeten zijn neefjes erg om huilen. De heks ziet hen huilen en gaat verkleed als een lieve vrouw naar hen toe. Zij heeft de tranen nodig voor haar toverdrank. Zij vertelt hun dat er op de top van de Duivelstandberg een gouden kerstboom staat en Kwik, Kwek en Kwak gaan er direct op af. De heks is blij dat haar plannetje werkt en hoopt dat er binnenkort helemaal geen kerstbomen meer zijn. De heks verandert steeds van gedaante. Ze verandert in een wegwijzer en als boomstronk helpt ze Kwik, Kwek en Kwak over een ravijn heen. Donald wacht thuis al een uur op zijn neefjes. Hij gaat hen zoeken en ziet hun sporen en de voetstappen van de heks. Hij vermoedt dat ze naar de Duivelstandberg gegaan zijn en gaat erachteraan. Boven op de berg zien Kwik, Kwek en Kwak de gouden kerstboom maar als ze hem willen pakken ontploft hij. De heks neemt hen gevangen en stopt hen in haar hut in een kooi. Ze brouwt een toverdrank waarmee ze alle kerstbomen tegelijk kan laten verdwijnen. Kerstbomen maken mensen gelukkig en zij haat gelukkige mensen. Ze houdt Kwik, Kwek en Kwak boven haar toverketel want er moeten nog tranen van teleurstelling in. Inmiddels is Donald de berg opgeklommen. Hij is het ravijn overgestoken door een grote sneeuwbal over de opening te rollen. Hij komt aan bij de hut en klopt aan. De heks stopt Kwik, Kwek en Kwak terug in hun kooi en verandert in een knappe jongedame. Ze laat Donald binnen en vraagt hem haar wol op zijn handen hoog te houden. Terwijl hij dit doet bindt ze zijn handen vast en verandert weer in de heks. Maar Donald weet zich los te maken en ontsnapt door het raam. Hij valt de hut aan maar de heks bewerkt hem met een hamer. Hij valt nogmaals aan met een grote boomstam als stormram maar de heks verandert in een boomstammenversnipperaar en vernielt de boomstam. Terug in de hut ziet ze dat Kwik, Kwek en Kwak met hun zakmessen uit hun kooi ontsnapt zijn. Ze grijpt hen echter weer en houdt hen weer boven de ketel. Maar Donald pakt haar bezem en slaat haar er mee. De heks wil zich in een wilde kat veranderen maar het lukt niet. Omdat Donald haar bezem vast houdt is ze haar toverkracht kwijt. Donald jaagt haar de hut uit en steekt deze in brand. Buiten vraagt de heks of ze een strootje uit haar bezem mag omdat ze iets tussen haar tanden heeft. Donald geeft dit en de heks verandert in een brandblusser. Kwik, Kwek en Kwak snappen dat de toverkracht van de heks in de bezem zit. Donald verandert met de bezem de heks in een petroleumkan en de hut ontploft hierdoor. Daarna maakt hij zichzelf groot en knap. Eén van de neefjes pakt de bezem vast en tovert een gouden kerstboom tevoorschijn. De boom kan praten en zegt dat hij de geest van Kerstmis is. Hij was betoverd door de heks maar zij hebben hem bevrijd. Donald voelt zich een egoïst en geeft de bezem aan de boom waardoor de bezem verdwijnt. Donald verandert weer in zichzelf en schopt boos de petroleumkan in het ravijn. De boom zegt dat hij niet boos moet zijn want het gaat niet om de schoonheid van iemand maar om zijn daden. De boom verdwijnt. Alle kerstbomen van de wereld zijn gered en iedereen is Donald en de neefjes dankbaar en iedereen besluit een kerstboom voor hen te kopen. Op kerstochtend is Donald al vroeg moe. Hij heeft de ontvangstbewijzen van 18766 gouden kerstbomen moeten tekenen.
