Kwik, Kwek en Kwak lezen een stripblad over Supermens. Donald wordt boos want hij vindt dat allemaal onzin. Hij stuurt zijn neefjes naar de apotheek om medicijn voor hem te halen tegen zijn maagpijn. Ze nemen het stripblad mee en onderweg lezen ze het en bewonderen ze Supermens. Een oude postbode komt voorbij en klaagt over de pijn in zijn rug. Kwik, Kwek en Kwak besluiten om voor hem een pakje te bezorgen. Het pakje moet naar het atoomenergielab. Omdat het ver weg is, halen ze thuis hun fietsen. Thuis beseffen ze dat ze het medicijn voor hun oom nog niet gehaald hebben en gaan dat eerst doen. Het pakje van de postbode laten ze op tafel staan. Als Donald dit pakje ziet denkt hij dat het zijn medicijn is en drinkt er van. Hij leest de gebruiksaanwijzing die in het pakje zit niet. Daarop staat dat het drankje alleen voor muizen is en dat ze er heel sterk van worden. Als Donald naar buiten wil, trekt hij pardoes de deurknop uit de deur. Hij gooit de deurknop op de grond dwars door de vloer. Hij trekt zelfs de gehele deur los en trapt de deur boos ver weg. Een meisje op straat huilt omdat haar popje onder een wals gekomen is. Donald tilt de wals op en beseft nu dat hij heel sterk is. Hij kan ijzer doorbijten, onder de grond door graven, heel hard blazen en sneller dan het geluid bewegen. Hij is nu een Superduck. Hij wipt even naar de maan, hij haalt een gezonken boot weer boven water en vindt een goudader. Als hij weer thuiskomt is het drankje echter uitgewerkt. Hij loopt weer naar de tafel en neemt weer een slok. Als hij Kwik, Kwek en Kwak weer thuis ziet, zegt hij dat hij een Superduck is en wil door de muur rennen. Maar hij knalt er hard tegen aan en raakt bewusteloos. Kwik, Kwek en Kwak vragen zich af of hun oom misschien zo gek doet door het medicijn dat ze net gehaald hebben en op tafel hebben neer gezet. Ze denken echter dat het door hun stripblad komt en gooien het weg omdat volwassenen hier niet goed mee om kunnen gaan.
