Donald en de neefjes maken ruzie over wie de favoriet is van Oom Dagobert. Terwijl Oom Dagobert eieren aan het koken is, ontdekt hij dat zijn zandloper, die hij op een dievenmarkt in Marokko gekocht heeft, niet meer goed werkt. In het rapport van zijn accountant ziet hij dat hij een vissersboot heeft, de Puin II, die niemand wil kopen. Omdat hij geen waardeloze dingen wil hebben roept hij Donald en de neefjes bij zich en geeft Donald de vissersboot en de neefjes krijgen de versleten zandloper. Donald weet nu zeker dat hij de favoriet is van Oom Dagobert, want hij heeft een boot gekregen. Als hij in de haven aankomt, ziet hij echter dat de boot half gezonken is en dat hij het havengeld van de afgelopen twee jaar moet betalen. Nu vindt hij dat de neefjes maar geluk hebben. Kwik, Kwek en Kwak proberen hun zandloper te verkopen aan een voddenman maar die wil hem niet kopen, ondanks de magische tekst op de bovenkant. Er staat op dat zolang de zandloper exact de juiste tijd aanwijst, de eigenaar rijker zal worden. Kwik, Kwek en Kwak willen daarom de zandloper met nieuw zand vullen. De voddenman zegt dat er speciaal rood zand in moet dat uit de oase Be Stani moet komen. Ze besluiten dat ze met de boot van oom Donald daarheen kunnen gaan. Maar als zij in de haven aankomen, zien ze dat dat onmogelijk is. Met het laatste beetje toverkracht uit de zandloper, hopen ze een verborgen schat te vinden. Ze lopen blind door de haven, maar storten in zee. Ze worden daar aangevallen door twee haaien, maar die zwemmen zich bewusteloos tegen de palen van de pier. Donald krijgt een goed idee: hij bindt de haaien, die ze Samson en Caesar noemen, aan de zijkant van de vissersboot, waarmee ze nu naar Afrika kunnen varen. Intussen verliest Oom Dagobert miljarden aan uitgedroogde oliebronnen en uitgeputte goudmijnen. Hij bedenkt dat dat komt omdat hij de zandloper niet meer heeft en probeert hem terug te krijgen van Donald. Hij gaat daarom naar Marokko en wacht op hem. Als Donald in de haven aankomt, overvalt Oom Dagobert hem met de hulp van twee ongure types. Maar de neefjes zijn ervandoor met de zandloper. Ze vluchten de woestijn in en sluiten zich met hun oom als bewakers aan bij een karavaan. De karavaanleider heeft hulp nodig om zich te verdedigen tegen de rovers die uit Be Stani komen. Hij zegt dat de rovers altijd uit het niets verschijnen. Als ze bij een bron rusten, worden ze door de rovers overvallen, maar Donald en de neefjes jagen hen weer weg. Zij blijven achter op zoek naar de rovers en de karavaan trekt door. Ze zien een kreupele kameel, waarvan ze denken dat hij bij de rovers hoort. Als ze de kameel volgen, zien ze dat hij in de bron verdwijnt. Ze duiken in de bron en ontdekken een onderaardse tunnel die uitkomt in een grot waar de rovers wonen. Ze zien een berg rood zand maar als ze de zandloper willen vullen worden ze gevangen genomen. De leider van de rovers pakt de zandloper af en zegt dat de machtige magiër Kali Kale Knikker hem ooit gemaakt heeft. Hij was van de rovers van Be Stani en nu hebben ze hem eindelijk terug. Er komt een nieuwe karavaan met Oom Dagobert. Die heeft veel geld bij zich om de zandloper terug te kopen. De rovers vullen de zandloper met nieuw zand en overvallen de karavaan en jagen Oom Dagobert de woestijn in. Donald en zijn neefjes maken van de oproer gebruik en ontsnappen. Ze stelen ook de zandloper van de sjeik terug. En dankzij het geluk van de zandloper, ontsnappen ze naar de woestijn. In de woestijn ontdekken ze een meer van diamanten en vinden ze een zak met goudstof, maar ze krijgen dorst. Oom Dagobert, die weer op zoek is naar hen, vindt hen terug en ruilt een zak met water voor de zandloper. Na een tijd krijgt Oom Dagobert ook erge dorst en hij wil de zandloper nu weer ruilen voor water. Donald geeft hem het water maar hoeft de zandloper niet terug. Hij wil dat Oom Dagobert met zijn boot terugvaart en zijzelf gaan eerste klas op een groot schip terug.
