Donald is assistent-suppoost in het museum van Duckstad. Hij houdt wacht bij een oud vikingschip en droomt van het ruige leven dat de vikingen leefden. Hij ziet een man op het vikingschip en vraagt hem weg te gaan. Hij denkt dat de man iets zocht en onderzoekt daarom zelf de boot. Hij vindt een perkament uit het logboek van het vikingschip en gaat ermee naar de directeur van het museum. Uit het perkament blijkt dat de viking Olaf de Blauwe in het jaar 901 in Noord Amerika aankwam. Als bewijs begroef hij een gouden helm op de negenenvijftigste breedtegraad op de kust van Labrador. De man die Donald van het schip weggejaagd heeft luister hen af en komt met zijn juridische adviseur mr. Pluksche binnen. Hij zegt dat hij Bengt Blauwig is, afstammeling van de viking Olaf de Blauwe. Hij beroept zich op de oude wet Codus Raptus die hem eigenaar van Amerika maakt. Hij neemt de kaart mee en gaat op zoek naar de helm om te bewijzen dat Olaf de Blauwe ook echt als eerste in Amerika geweest is. Donald en de directeur besluiten ook de helm te gaan zoeken om hem dan in de zee te gooien en hem te laten verdwijnen want dan kan Bengt Blauwig geen aanspraak meer maken op Amerika. Donald gaat per schip naar Labrador en de directeur gaat over land. Donald en zijn neefjes vliegen eerst naar New-Foundland en huren daar een boot. Bengt Blauwig gaat samen met Pluksche daar ook heen en ze gaan ook per schip op weg. Ze komen in een zware storm en het schip van Blauwig loopt op een ijsberg. Donald en de neefjes varen hem snel voorbij en nemen een voorsprong. Bengt Blauwig en Pluksche gaan met een sloep al roeiend verder. Donald en zijn neefjes komen in een dichte mist en door hard te schreeuwen weten Kwik, Kwek en Kwak uit te vinden waar de ijsbergen zijn zodat ze daar goed doorheen kunnen varen. Bengt Blauwig en Pluksche horen het lawaai en komen zo aan boord. Dreigend met een pistool, pakken ze de boot van Donald af en zetten Donald en Kwik, Kwek en Kwak in de sloep. Donald en de neefjes moeten roeiend verder. De directeur is inmiddels met een helikopter op weg maar die krijgt pech en hij moet te voet naar de kust van Labrador. Donald en zijn neefjes komen het wrak van het schip van Blauwig tegen waardoor ze een zeil krijgen. Navigerend op de zon en de sterren weten ze de kust van Labrador te bereiken. Maar ze kunnen de karakteristieke vorm van de landtong zoals beschreven op de kaart niet vinden. Ze komen daar Bengt Blauwig en Pluksche tegen die hun sloep tot zinken brengen. Ze gaan aan land en stoken een vuurtje om zich te warmen. Kwik, Kwek en Kwak bedenken dat in duizend jaar de vorm van de landtong flink veranderd moet zijn en ze zien dat ze zich juist op de gezochte landtong bevinden. Ze vinden daar de gouden helm. Met een verrekijker ziet Bengt Blauwig dat ze de helm gevonden hebben. Ze gaan stil naar hen toe en pakken de helm af. Als Blauwig triomfantelijk de helm omhoog houdt en zichzelf uitroept tot keizer van Amerika krijgt hij een steen op zijn hoofd van de directeur van het museum. Blauwig raakt bewusteloos en de directeur pakt de helm af. Ze binden Blauwig vast en ze gaan terug. Onderweg verandert de directeur doordat hij de helm bij zich houdt. Hij wil nu ook Amerika opeisen en terstond biedt Pluksche zich aan als juridisch adviseur. De directeur is echter zo moe van zijn tocht dat hij in slaap valt en Donald pakt de helm af. Ook hij raakt onder invloed van de helm en wil keizer van Amerika worden. Donald wordt zelfs meedogenloos en zet iedereen af op een verlaten ijsberg. Alleen Pluksche gaat met hem mee als adviseur. De ijsberg drijft naar het zuiden en met bijlen die Donald bij hen achtergelaten heeft hakken ze een vikingboot uit het ijs zodat ze snellen kunnen varen. Het schip van Donald vaart tegen een ijsschots waar een ijsbeer op zit. Deze ijsbeer steelt al hun eten. Ze kunnen doorvaren maar lijden honger en Donald krijgt spijt. Hij ziet in de mist een vikingschip op hen afkomen en denkt dat Olaf de Blauwe wraak komt nemen. Maar het zijn Kwik, Kwek en Kwak en Donald is blij hen te zien. Pluksche grijpt zelf de helm en wil keizer van alles worden. Kwik, Kwek en Kwak gooien een vis tegen het hoofd van Pluksche waardoor de helm in zee valt. Terug in Duckstad pakt Donald zijn baantje als suppoost weer op en is hij blij dat het rustig is.