Kwik, Kwek en Kwak zitten op de rotsen naar de zee te turen. Het is het eind van hun vakantie en ze moeten over twee dagen weer naar school. Ze benijden oom Donald omdat hij niet meer naar school hoeft en hij kan de hele tijd op zoek naar het avontuur. Donald ziet door zijn verrekijker een school walvissen en hij krijgt het idee om een walvissententoonstelling te houden. Als hij een walvis in een bassin heeft wil men er vast wel twee gulden voor betalen om die te zien. Maar het duurt te lang en het kost te veel om een bassin te bouwen en daarom huurt hij de Flessehalsbaai. Deze baai heeft een smalle opening waardoor hij een walvis wil lokken. Hij gaat samen met zijn neefjes met een bootje de zee op maar onderweg bedenken ze dat ze geen idee hebben hoe ze een walvis moeten meelokken en ze gaan daarom maar terug. Na veel nadenken bouwen ze een roze walvis. Ze willen ermee naar een school walvissen varen en hopen dat één van hen boos zal worden en achter hen aan zal gaan. Het lukt en als de walvis de baai in zwemt, sluiten ze deze af met rotsen. Kwik, Kwek en Kwak zijn er doodmoe van. Als het eb wordt, valt de baai echter droog en moeten ze heel hard werken om de walvis nat te houden. De dierenbescherming komt langs en draagt hen op de walvis goed te eten te geven. Ze moeten duizend kilo inktvis per dag vangen en dat vinden Kwik, Kwek en Kwak erg zwaar. De dierenbescherming vindt het bassin ook te klein maar Donald vindt het vergroten ervan veel te veel werk. De walvis sluit door zijn woelen de ingang van de baai verder af met zand. Om bij vloed het water weer toe te laten, zullen ze dit zand weg moeten halen. De dierenbescherming wijst erop dat de wet zegt dat dieren uit de vrije natuur niet gevangen gehouden mogen worden en Donald moet de walvis vrijlaten. Als ze beginnen te graven horen Kwik, Kwek en Kwak de schoolbel en vertrekken blij naar school. Donald moet al het werk alleen doen en vindt zijn neefjes maar geluksvogels omdat ze naar school mogen.
