In Duckstad wordt een wedstrijd sneeuwpoppen bouwen gehouden. Degene die de mooiste sneeuwpop bouwt krijgt honderdvijftig gulden van de burgemeester. Kwik, Kwek en Kwak bewonderen de sneeuwpoppen die ze eigenlijk meer sneeuwbeelden vinden. Ze zien een sneeuwpop van een indiaan, een jager met hond en de twee kinderen van de arme weduwe Nobelhart maken een sneeuwpop die ze de Sneeuwprinses noemen. De sneeuw die ze gebruiken is echter grijs van het roet dat uit de fabriek in de buurt komt. De kinderen hopen dat er een sneeuwstorm komt om hun sneeuwprinses weer wit te maken. Kwik, Kwek en Kwak denken dat de kinderen geen kans hebben en besluiten zelf ook mee te doen aan de wedstrijd zodat ze de prijs aan de kinderen kunnen geven. Ze maken een sneeuwpop van Cornelis Prul, de stichter van Duckstad. Donald loopt met dezelfde gedachten rond als zijn neefjes. Hij hoopt ook dat de kinderen van weduwe Nobelhart winnen. Maar hij ziet dat zijn neefjes een hele mooie sneeuwpop maken en hij is bang dat zij zullen winnen. Om er voor te zorgen dat de sneeuwpop van zijn neefjes zal verdwijnen, stopt hij een brandende kaars achter in de sneeuwpop. Hierdoor zakt de sneeuwpop als een pudding in elkaar en Kwik, Kwek en Kwak snappen er niets van. Donald wil zelf ook meedoen om de prijs te winnen en die aan de kinderen te kunnen geven. Maar de sneeuw is op en hij maakt daarom een sneeuwpop van Cornelis Prul met sponsen die hij wit maakt met kunstsneeuw. Om er voor te zorgen dat hun oom niet zal winnen proberen Kwik, Kwek en Kwak zijn sneeuwpop weg te smelten met een warme lamp. Maar dit lukt niet en ze zien dat de sneeuwpop van sponsen gemaakt is. Ze laten vervolgens met de tuinslang de pop vol met water lopen. Als de burgemeester de sneeuwpop van Donald komt bekijken roept hij Donald direct tot winnaar uit want Cornelis Prul is zijn favoriete historisch figuur. Kwik, Kwek en Kwak gooien vanaf het dak van hun huis een enorme sneeuwbal op de sneeuwpop waardoor al het water eruit spuit. De burgemeester is boos vanwege het bedrog en vindt Donald minderwaardig. De burgemeester gaat bij de kinderen van weduwe Nobelhart kijken en hij vindt hun sneeuwprinses net echt en bovendien prachtig. Hij roept hen tot winnaar uit. Donald is boos op Kwik, Kwek en Kwak en Kwik, Kwek en Kwak zijn boos op hun oom. Ze ontdekken echter dat ze hetzelfde doel hadden en begrijpen dat ze zich niet met anderen moeten bemoeien.