Kwik, Kwek en Kwak zwemmen in een sloot en Donald ziet op de oever allemaal kleine kikkers rondspringen. Hij weet dat kikkerbillen veel geld opleveren en besluit voedsel te gaan maken waarvan de kleine kikkers enorm moeten gaan groeien en nadat hij dat gedaan heeft voert hij de kikkertjes. Kwik, Kwek en Kwak lachen daar heel erg om en besluiten hun oom beet te gaan nemen. Ze kopen grote fopkikkers die ze met een pompje kunnen laten kwaken. Als Donald deze enorme kikkers ziet, is hij heel blij omdat hij denkt dat zijn groeimiddel werkt en hij rent snel naar het café van Wim waar hij de kok ophaalt. Als die meegaat om te kijken, zijn de grote kikkers al weg. Donald gaat bedroefd naar huis maar thuis in zijn stoel hoort hij de kikkers weer kwaken en hij ziet ze boven op zijn muurtje zitten. Hij pakt een net omdat hij de kikkers wil vangen maar als hij buiten komt, zijn ze al weer weg. Hij wil de kikkers toch vangen en gaat in zijn tuin op zoek naar de strik waarmee hij een konijn probeert te vangen. Tijdens die zoektocht vindt hij de fopkikkers van Kwik, Kwek en Kwak en hij begrijpt dat hij beetgenomen is. Boos rent hij naar zijn neefjes maar hij loopt in zijn eigen strik. Ondersteboven hangend neemt hij even de tijd om na te denken en besluit wraak te nemen. Hij maakt nog meer van zijn voedsel dat hij aan de kikkers voert. Kwik, Kwek en Kwak lachen zich dood. Maar Donald koopt een kikkerkostuum en als Kwik, Kwek en Kwak de volgende dag komen kijken met hun fopkikkers om hun oom nogmaals beet te nemen, springt Donald tevoorschijn in zijn kikkerkostuum. Kwik, Kwek en Kwak schrikken van de enorme kikker en vluchten. Donald gaat achter hen aan en hij drijft ze in het nauw. Maar dan vertelt hij wie hij is en Kwik, Kwek en Kwak zijn blij dat het hun oom is. Maar de kok ziet Donald in zijn kikkerpak voorbijrennen en vangt hem. Hij wil hem in de pan stoppen maar Donald krijgt nog net op tijd zijn pak uit. Het spijt de kok erg en hij wil het goed maken door kikkerbilletjes voor hem te maken. Donald loopt schreeuwend weg.