Kwik, Kwek en Kwak zijn bang dat hun oom Donald nooit iets zal bereiken in het leven want hij versplit al zijn geld en tijd aan het bouwen van een raceauto. Bovendien wordt iedereen in de buurt gek van de herrie en de rook die Donald maakt. Hij moet regelmatig schadevergoedingen betalen en heeft helemaal geen geld meer terwijl hij toch ook nieuwe banden nodig heeft. Kwik, Kwek en Kwak geven hun geld liever uit aan hun stuntmotor waaraan ze veel plezier beleven. Donald wil het spaarvarken van zijn neefjes plunderen, maar die wordt goed verdedigd door een nepslang waar Donald erg van schrikt en onkruidverdelger dat uit het spaarvarken komt als Donald het aanraakt. Hij rijdt het spaarvarken stuk door het tussen zijn raceauto en een muurtje te plaatsen, maar als hij het geld er uiteindelijk uithaalt, verbrandt hij zijn handen aan de hete munten. Donald vraagt zich af hoe zijn neefjes aan zoveel geld komen en hij ontdekt dat ze met hun motor een koeriersdienst hebben. Donald denkt dat hij dat met zijn raceauto veel beter kan doen en neemt de pakjes van zijn neefjes af om ze zelf verder rond te brengen. Onderweg komt hij echter een andere raceauto tegen en hij kan zich niet inhouden. Ze moeten tegen elkaar racen en Donald belandt met zijn raceauto in een boom. Hij moet verder lopen, maar in het pakje dat hij moet bezorgen zit ijs. Als hij op de bestemming aankomt, is al het ijs gesmolten en mevrouw Rijckeluys accepteert het pakketje niet, maar haar honden zijn gek op het gesmolten ijs waardoor ze toch betaalt. Met dit geld repareert Donald zijn raceauto en als hij Kwik, Kwek en Kwak weer tegenkomt, pikt hij weer een pakje af. Hij komt de andere raceauto weer tegen en ze moeten weer racen. Donald rijdt echter veel te snel waardoor hij een bocht uitvliegt en door het hek van het vliegveld rijdt. Hij rijdt een vrachtvliegtuig in dat net opstijgt. Het vliegtuig is net gekaapt door een ontmaskerde spion en de spion steelt na de landing de raceauto van Donald. De kaper is echter niet gewend in zo'n krachtige auto te zitten en slaat over de kop en komt in de auto vast te zitten. De politie komt de kaper halen en Donald brengt zijn beschadigde auto terug naar zijn huis. Hij heeft een beloning gekregen voor het vangen van de spion en kan daarmee zijn raceauto weer opknappen. De buren worden weer gek van hem en Kwik, Kwek en Kwak weten zeker dat hun oom nooit verder zal komen in het leven.