De Jonge Woudlopers gaan zwemmen in het Smeermeer. Kwik springt als eerste in het water, maar brandt zijn veren aan het water alsof hij in zoutzuur springt. De hopman zegt dat Kwik zich met uierzalf moet insmeren om zich tegen de afvalzuren te beschermen. Het meer is vreselijk vies en als Kwik weer in het water springt wordt hij gebeten door vissen. Ze vinden dit erg vreemd omdat er sinds de opening van de cyanidefabriek geen vissen meer in het meer zitten. De hopman zegt dat de vissen mutaties moeten zijn. De vissen zijn een soort katvissen die agressiever zijn dan piranha's en ze leven van het afval in het meer. Opeens komen de vissen uit het meer en lopen op hun vinnen het strandje op. Ze zijn bang voor een grote draak die een huid heeft van oude plastic zakken. De draak eet ook afval, maar loopt opeens leeg als een oude fietsband en verdwijnt weer onderwater. De hopman wil het gasmonster van dichtbij onderzoeken en ze gaan met een roeiboot het meer op. Als er zich weer voldoende gas gevormd heeft komt de draak weer tevoorschijn. De Jonge Woudlopers vallen allemaal flauw, maar de hopman roeit als een bezetene terug het strand op. Als bekend wordt dat er een draak in het meer zit komen er veel lieden een kijkje bij het meer nemen. De jager Barend J. Scheurkogel komt echter op het idee om de draak te doden omdat hij zijn kop tussen zijn andere trofeeën wil hangen. Hij gaat ook met een roeiboot het meer op en schiet zijn geweer leeg op de draak. De draak kan hier echter makkelijk tegen en vreet het geweer van de jager op. De jager vlucht lopend over het afval in het meer weg. Vlak daarna begint het heel hard te stormen en te regenen. De draak wordt ziek en verdwijnt onderwater en hij is nooit meer teruggezien. Alle vissen sterven en wetenschappers onderzoeken de oorzaak. Zij concluderen dat de vissen gestorven zijn door de hevige regen want het meer is weer schoon en daar konden ze niet tegen. De Jonge Woudlopers kunnen weer lekker in het meer zwemmen en de gemeente van Duckstad verbiedt verder het dumpen van afval in het meer.
