De Jonge Woudlopers oefenen op het redden van drenkelingen. Ze willen vanaf een rots aan de zee met een touwenwerper doen alsof ze een gestrande sloep gaan redden. Ze zien echter een echte sloep met mensen die in gevaar is. Ze schieten een touw naar de sloep maar niemand in de sloep reageert om het touw te pakken. Ze denken dat de mensen in de sloep verlamd van angst zijn en Kwik, Kwek en Kwak zwemmen met gevaar voor eigen leven naar de sloep. Er blijken echter poppen in de sloep te staan want de sloep was van een filmploeg die een film met de sloep wilde maken. Twee mannen van de Duckfilm B.V. lachen de Jonge Woudlopers uit en noemen hen dummy's. Als de twee mannen vanuit hun boot op zee de Jonge Woudlopers op de rotsen zien lopen, willen ze hen nog een keer voor de gek houden. Ze doen net alsof ze zinken maar de Jonge Woudlopers trapper er niet in. Om het echt te doen lijken maken de twee mannen in een barbecue aan boord een vuurtje dat veel rook produceert. Ze roepen dat ze zinken en dat ze worden aangevallen door haaien. De Jonge Woudlopers beginnen te twijfelen en besluiten de twee mannen toch te helpen. Ze schieten met hun touwenwerper een touw aan een kanonskogel naar de boot van de twee mannen. De kanonskogels slaat echter een gat in de romp en de barbecue valt in de benzinetank. Hierdoor ontploft de boot en raken de mannen ter zee. De mannen worden nu echt aangevallen door haaien en als de Jonge woudlopers zien dat de haaien echt zijn helpen ze de mannen. Als er medailles uitgereikt worden aan groep K worden ze door de filmers gefilmd en juicht meneer Verhip van de Duckfilm B.V. het hardst.