Oom Dagobert komt samen met Kwik, Kwek en Kwak in een grote vrachtauto naar de boerderij van Oma want ze komen een cadeau brengen. Het cadeau blijkt een olifant te zijn die Oom Dagobert van sultan Sjaggeraar gekregen heeft. Kwik, Kwek en Kwak vertellen dat Oom Dagobert geprobeerd heeft de olifant te verkopen maar dat niemand hem wilde hebben en omdat Oma genoeg hooi heeft, wil hij haar de olifant geven. Oom Dagobert roept dat iemand er voor moet zorgen dat Kwik, Kwek en Kwak hun mond houden en de olifant stopt hun gepraat met zijn slurf. Ze ontdekken dat de olifant precies doet wat er gezegd wordt en ze noemen de olifant Ollie. Hij pompt water en hakt hout. Oom Dagobert gaat er snel vandoor en laat Kwik, Kwek en Kwak achter op de boerderij. Ollie voert de kippen en trekt zes ploegen tegelijk. Maar het paard Bles wordt razend want zij mocht altijd de ploeg trekken. Als ze ziet dat Ollie al het hooi opeet gaat ze er boos vandoor maar Oma en Kwik, Kwek en Kwak gaan op de rug van Ollie achter haar aan. Bles wordt gevonden door Midas Wolf die haar met een twijg wil temmen. Als Oma dat ziet, zegt ze dat hij moet stoppen maar Midas is niet bang voor Oma. Als hij echter de slurf van Ollie ziet schrikt hij enorm en rent hard weg. Bles wordt weer meegenomen naar de boerderij en zij krijgt haar taken terug. Ollie mag niets meer doen. Hij loopt een beetje rond en vindt met zijn slurf een munt. Oma krijgt een idee en licht Oom Dagobert hierover in. Oom Dagobert wil Ollie nu terug en loopt met hem door de stad op zoek naar geld.