Kwik, Kwek en Kwak zijn bij Oma op de boerderij. Het heeft heel hard gesneeuwd en alle wegen zijn dicht. Donald komt echter met een helikopter langs om Oma te redden, maar Oma wil niet gered worden en Donald vliegt weer weg. Hij vergeet echter Kwik, Kwek en Kwak die vandaag met hem mee terug zouden gaan. Hij keert om, maar vliegt over de auto van de Zware Jongens heen. De Zware Jongens zijn ingesneeuwd en hebben geen benzine meer. Ze willen met de helikopter verder en beschieten Donald die daardoor neerstort. De helikopter zit nu echter vol met gaten en de benzine is er uitgelopen. Een paar van de Zware Jongens gaan naar de boerderij van Oma in de hoop dat daar benzine is. Op de boerderij vechten Kwik, Kwek en Kwak met de bok om een melkbus. Oma zegt dat die melkbus een afleiding is voor de bok omdat hij anders alle andere melkbussen stuk zou maken. De Zware Jongens overvallen Oma en willen een emmer voor benzine en een stel kurken. Ze pakken de melkbus als emmer maar als één van de Zware Jongens bukt, valt de bok hem aan. Hij ramt hard tegen het hoofd van de Zware Jongen maar om één of andere reden kan die daar tegen. Als de Zware Jongens met benzine in de melkbus en wat flessen met kurken weglopen, valt de bok hen weer aan en deze keer vallen ze om en raken bedwelmd door de benzinedampen. Oma en Kwik, Kwek en Kwak ontdekken dat de Zware Jongens stalen petten en kogelvrije vesten dragen. Ze gaan op onderzoek uit om te kijken wat de Zware Jongens van plan waren en ontdekken dat Donald bij de auto gevangen gehouden wordt door de andere Zware Jongens. Oma valt hen aan met een deegrol en Kwik, Kwek en Kwak helpen met stokken. Ze nemen de Zware Jongens onder dwang mee naar de boerderij. Donald zet hard een petje op van de Zware Jongens en valt hierdoor flauw. Kwik, Kwek en Kwak moeten de grote redder terug naar de boerderij dragen.