Oom Dagobert zwemt in zijn geld. Hij houdt nog veel van zijn geld maar het lijkt wel of hij er niet meer zo gelukkig van wordt. Hij gaat naar de dokter en die ontdekt dat zijn huid vol met goudstof zit en dat zijn poriën verstopt zijn. De dokter vraagt of Oom Dagobert soms in het geld zwemt maar Oom Dagobert wil daar niet over praten. De dokter adviseert Oom Dagobert naar een plek te gaan waar hij kan uitwaaien en hij gaat daarom naar het strand om in de wind te staan. Hij ziet daar Kwik, Kwek en Kwak op het strand die een fles met een boodschap vinden. Oom Dagobert is ook geïnteresseerd want het zou een schatkaart kunnen zijn maar het blijkt een S.O.S. bericht te zijn. Het bericht komt van een schipbreukeling op een verlaten eiland en de coördinaten van het eiland staan op het papier. Er staat ook dat ze alleen het eiland op kunnen van de zuidwestkant. Wat er anders zou gebeuren is niet meer te lezen. Oom Dagobert denkt dat het niet kan omdat ze anders op de klippen zullen lopen. Kwik, Kwek en Kwak willen de kustwacht waarschuwen maar Oom Dagobert wil zelf naar het verlaten eiland en omdat de Zware Jongens in het buitenland zijn kan hij wel weg. Oom Dagobert gaat samen met Donald en de neefjes met zijn jacht naar het eiland. Donald en zijn neefjes houden het jacht aan de gang en daarom moet Oom Dagobert koken. Omdat ander eten duur is heeft Oom Dagobert alleen goedkope groene kool mee genomen. Als Oom Dagobert de groene kool kookt, moeten Donald en zijn neefjes overgeven van de vieze geur. Als ze bij het eiland aangekomen zijn, gaan Donald en Oom Dagobert met een rubberboot aan de zuidwestkant het eiland op. Er is echter geen goede landingsplaats want er zijn daar alleen steile rotsen. Oom Dagobert klimt snel naar boven. Donald ontdekt een grot en gaat daar kijken. In de grot bevindt zich Zware Jongen 176-761 die Donald overmeestert en vastbindt. De Zware Jongen gaat naar het jacht en wil de neefjes overboord gooien maar door hem met groene kool te bekogelen overmeesteren die hem. Boven op de rotsen ontdekt Oom Dagobert allemaal versteende dieren. Tot zijn schrik vindt hij ook standbeelden van de Zware Jongens. Hij gaat verontrust terug naar Donald om hem te vertellen wat er zich boven op de rotsen bevindt. Aan boord van het jacht vertelt 176-761 dat ze naar dit eiland zijn gekomen om piraat te worden. Maar een marsmannetje heeft de andere Zware Jongens met vreemde stralen versteend toen die boven op de rots aankwamen. Kwik, Kwek en Kwak geloven hem niet maar hij zegt dat hij het S.O.S. bericht gezonden heeft. Omdat hij de tekst ervan kent geloven ze hem wel. Ze gaan samen met 176-761 snel naar het eiland. Eén van de neefjes blijft bij 176-761 en de andere twee waarschuwen oom Donald en Oom Dagobert, die al weer bijna boven op de rotsen zijn, dat daar gevaarlijke stralen zijn. Maar Oom Dagobert vindt het allemaal onzin want hij is al boven op de rotsen geweest en is niet versteend. Hij gaat weer naar boven en heeft weer nergens last van en ziet helemaal geen marsmannetjes. De twee neefjes en Donald gaan ook over de rand van de rotsen en verstenen meteen door de stralen. Huilend gaat Oom Dagobert terug naar beneden. 176-761 stelt voor om maar snel weg te gaan. Het gaat hagelen maar ze zien dat het versteende regendruppels zijn die neervallen. De steentjes smelten echter en ze concluderen dat als ze Donald en de neefjes buiten het bereik van de stralen plaatsen ze wel weer normaal zullen worden en omdat Oom Dagobert geen last heeft van de stralen haalt hij hen terug. Niet veel later zijn ze weer normaal. Ze vragen 176-761 of hij de marsmannetjes wel eens gezien heeft. Hij zegt dat hij ze nog nooit gezien heeft omdat het daar vroeger heel erg naar groene kool rook en dat vindt hij verschrikkelijk. Oom Dagobert gaat op zoek naar de bron van de stralen. Hij komt bij een hut waaruit een groot apparaat steekt dat de stralen uitzendt. Maar Oom Dagobert wordt gevangen genomen. De man uit de hut gaat met een draagbaar stralenapparaat naar Donald en de neefjes. Hij versteent Donald en 176-761. Maar de neefjes gaan snel naar het jacht en de man kan hen met zijn stralen niet meer bereiken. Hij haalt een groter verrijdbaar stralenapparaat en wil de neefjes daarmee op het jacht verstenen. Kwik, Kwek en Kwak willen weten waarom het vroeger op het eiland naar groene kool rook. Ze koken daarom de groene kool van het schip. De man van de hut ruikt de groene kool en komt aan boord van het schip. Kwik, Kwek en Kwak nemen hem gevangen. De man wil alles vertellen als hij maar groene kool krijgt. Later gaan de neefjes samen met Donald naar de hut. De man laat Oom Dagobert vrij en hij vertelt dat hij een professor uit Duckstad is en geen marsmannetje. Hij wilde groene kool uitvinden dat niet stonk. Zo ontdekte hij toevallig de stralen die verstenen. Om de stralen niet in verkeerde handen te laten vallen is hij naar het eiland vertrokken. Toen de Zware Jongens daar kwamen moest hij hen wel verstenen. De professor is bedroefd want zijn schip is vergaan, zijn radio is stuk en de groene kool stinkt nog steeds. De professor heeft de stralenmachine uitgezet en de Zware Jongens zijn weer normaal geworden en naar de hut gekomen. Ze willen de sleutel van het jacht van Oom Dagobert hebben om terug te keren naar het vasteland en met de stralen al het geld van de wereld te stelen. De professor zegt Oom Dagobert de sleutel niet te geven. Als de Zware Jongens hen willen verstenen zien ze dat het stralenapparaat niet werkt want de professor heeft de sleutel. Met zijn draagbare stralenapparaat overmeestert de professor de Zware Jongens. De Zware Jongens moeten een vlot bouwen. Oom Dagobert, Donald en de neefjes gaan met het jacht terug en slepen de Zware Jongens op het vlot achter zich aan. Oom Dagobert brengt hen naar de gevangenis in Duckstad. Ze laten een grote hoeveelheid groene kool achter bij de professor die op het eiland achter blijft om verder te werken aan reukloze groene kool. De professor ontdekt dat de stralen geen effect hebben op Oom Dagobert omdat hij vol met goudstof zit. Hij vraagt of Oom Dagobert soms in het geld zwemt maar Oom Dagobert wil daar niet over praten. Oom Dagobert belooft de professor nog meer groene kool te sturen. Op de terugweg vraagt Donald aan Oom Dagobert om weer te gaan koken maar die heeft daar genoeg van. Oom Dagobert gaat aan het stuur in de wind staan en Donald mag koken.