Oom Dagobert loopt door het park en iedereen praat over hem. Ze weten dat hij rijk is en dat hij een appeltje voor de dorst gespaard heeft. Als Oom Dagobert bij een paard komt heeft hij een appel voor hem meegenomen maar als hij de appel aan hem geeft, spuugt het paard zijn eten uit. Oom Dagobert heeft per ongeluk een bundel bankbiljetten aan het paard gegeven omdat hij dacht dat de appel in de andere zak van zijn jas zat. De mensen die dit zien weten nu zeker dat Oom Dagobert een appeltje voor de dorst heeft.