De jaarlijkse zeilwedstrijd van Duckstad naar Gran Salaria wordt gehouden. Er doen vele rijke mensen aan mee en Oom Dagobert is ook van de partij met zijn schip De Duizendboot. De zeilers raken in problemen en Oom Dagobert helpt hen. Hij helpt de zeilboot van lord Quakkefrak voor duizend euro aan wind door met een grote propeller op zijn boot wind te maken. Hij schudt de Zeemadelief, die water gemaakt had, van commandant Zupschuyt met een grote grijper leeg en stuurt hem de rekening. Hij helpt kapitein Waterslak voor duizend euro door een gang door een rif te graven. Tijdens een regenbui houdt hij tegen vergoeding een grote paraplu boven een schip zodat de permanent van de vrouw aan boord niet vernield wordt. Hij licht schippers bij in het donker, help jachten over eilanden, helpt bij zeeziekte, verkoopt met Kwik, Kwek en Kwak eten en verhuurt met de hulp van Donald stiekem buitenboordmotoren. Wie de wedstrijd wint doet er voor Oom Dagobert niet toe. Hij houdt er een grote schat aan over en wil daarom de wedstrijd voor geen goud missen.