Oom Dagobert heeft last van reumatiek. Hij vertelt Donald dat hij volgens de dokter radar-zenuwen heeft. De reumatiek vertelt hem dat er inbrekers zijn die zijn geld willen stelen. Samen lopen ze in de stad op zoek naar de inbrekers. Als ze dichter in de buurt komen van de inbrekers wordt de pijn van Oom Dagobert erger. Ze komen bij een groot gebouw met twee enorme deuren. Als ze door een spleet in de muur naar binnen kijken, zien ze de Zware Jongens die een enorme machine bouwen die ze de allesvernietiger noemen. De machine heeft enorme wielen met erbovenop een hele grote beweegbare bijl. Voorop de machine zit een groot draaiend rad dat via een opening van alles naar het binnenste van de machine kan brengen. Oom Dagobert draait door en Donald belt zijn neefjes om te helpen Oom Dagobert thuis te brengen. Oom Dagobert probeert zijn geld in veiligheid te brengen maar weet niet hoe. De banken willen zijn geld niet meer hebben want al hun kluizen zitten al vol met zijn geld. Vanuit het gebouw waar de Zware Jongens hun machine bouwen houden zij met een X-straal-machine het geldpeil in het pakhuis van Oom Dagobert in de gaten. Kwik, Kwek en Kwak ontdekken dit omdat Oom Dagobert een X-straal ontvanger heeft. Oom Dagobert besluit al zijn geld via postpakketjes weg te sturen naar Bosselonië. Tegelijkertijd stuurt hij via de post pakketjes met stalen ringen naar zichzelf. Zo vervangt hij zijn geld door de ringen zonder dat de Zware Jongens dit doorhebben. Oom Dagobert, Donald en de neefjes vliegen naar Bosselonië want Oom Dagobert heeft daar honderd vierkante kilometer bos gekocht. Donald en de neefjes verbergen het geld in het bos. De machine van de Zware Jongens is af en ze willen het geldpakhuis kraken. Maar als ze bij het geldpakhuis aankomen, staat de deur gewoon open en kunnen ze vrij naar binnen. Ze ontdekken de ijzeren ringen in de kluis en hebben de allesvernietiger voor niets gebouwd. Oom Dagobert, Donald en de neefjes boren met drilboren grote gaten in alle bomen en stoppen daar het geld in. De Zware Jongens lezen in de krant dat de regering van Bosselonië honderd vierkante kilometer bos wil laten kappen. Ze bouwen hun allesvernietiger om, door de bijl van hoogte te veranderen en het binnenste tot houtverwerkingsmachine te maken. Ze denken met hun machine als houtkapper veel geld te kunnen verdienen. Als Oom Dagobert klaar is met het verbergen van zijn geld krijgt hij weer een aanval van reumasteken. Ze zien de allesvernietiger die alle bomen in hun bos aan het kappen is. Oom Dagobert gaat naar de boswachter om hulp te halen. Die vertelt hem dat de regering besloten heeft dit bos te kappen omdat er een stuwmeer in de vallei moet komen. Iedereen wilde het hem nog vertellen maar hij was nergens te vinden. Oom Dagobert haalt een kanon om zich te verdedigen en schiet kogels op de allesvernietiger af. Maar die kan hier tegen en maakt van de kanonskogels miniatuur Oom Dagobertjes die op een lopende band verschijnen. De Zware Jongens vragen zich af waar Oom Dagobert zich druk om maakt en met hun X-straal-machine ontdekken ze dat de bomen vol met geld zitten. Met een grote katapult schiet Oom Dagobert al zijn kisten met gereedschap naar de allesvernietiger. Het rad van de machine vangt het gereedschap op en binnen in de machine wordt het materiaal omgezet in miniatuur gereedschap. Oom Dagobert koopt bij een bouwplaats van een dam in de buurt, tonnen sneldrogend cement. Met de katapult schieten ze dat naar de machine. Het rad brengt het cement binnen in de machine die er betonnen eieren van maakt. Maar er verschijnen maar drie eieren op de lopende band en de machine loopt vast. Oom Dagobert heeft nu de tijd om zelf ook een allesvernietiger te laten bouwen. Na enige tijd zijn er twee allesvernietigers bezig met het kappen van de bomen en het geld te verzamelen. De twee machines komen elkaar tegen en raken in gevecht. Oom Dagobert vernietigt de allesvernietiger van de Zware Jongens en maakt er miniatuur Zware Jongens van. De Zware Jongens worden gearresteerd omdat ze hun machine betaald hebben met vals geld. Ondanks dat de Zware Jongens nu weg zijn krijgt Oom Dagobert toch nog een pijnscheut in zijn rug. Oom Dagobert ziet dat een kraai een muntstuk van hem steelt en hij gaat achter de kraai aan.
