Oom Dagobert en een andere rijkaard maken ruzie over wie van hen beiden de rijkste is. De man voelt zich beledigd en daagt Oom Dagobert uit. Als de zon ondergaat houden ze een duel. Ze staan met de ruggen tegen elkaar en doen ieder tien passen. Ze draaien zich om en ze beginnen ieder te schieten op een grote zak geld die boven hun hoofd aan een touw hangt.