Toen Oom Dagobert klein was, was zijn familie erg arm en sliep hij in een la. Hij wenste toen dat hij een groot bed met springveren had. Hij poetste schoenen om geld te verdienen, maar besefte dat hij niet harder kon werken. Daarom bedacht hij de lopendebandschoenenpoetserij waarmee hij genoeg geld verdiende om een bed met springveren te kopen. Al snel wenste hij zich echter een groter bed en ging met zijn massaproduktiesysteem in een houtzagerij werken. Hij verdiende hierdoor veel geld en kocht een groter bed. Tegenwoordig heeft Oom Dagobert een zeer groot bed en zijn bediende Manus moet over het bed lopen om hem een glas melk te brengen. Als op een nacht Oom Dagobert ligt te slapen wordt hij wakker van vreemde trillingen. Hij pakt zijn pistool en schiet in het wilde weg. Als Manus het licht aandoet, ziet Oom Dagobert dat hij alleen maar kostbare kunststukken vernield heeft. Hij denkt dat er een indringer is en huurt detective Speurslot in om de zaak te onderzoeken. De detective besluit om een nacht bij Oom Dagobert in het bed door te brengen. Als de trillingen weer komen, ontdekt hij dat de trillingen gemaakt worden door Donald die in het geldpakhuis het geld aanstampt en de springveren van het grote bed versterken die trillingen. Als Oom Dagobert de rekening van de detective krijgt vraagt hij zich af of dat niet de rekening is voor de Brutopische oorlogsschulden. Hij is boos op het bed omdat het bed hem op deze manier veel geld gekost heeft en hij doet het matras het raam uit. Voortaan slaapt hij weer comfortabel in een la.