Oom Dagobert heeft een papegaai en hij leert hem te zeggen dat Oom Dagobert een aardige vent is. Als het de papegaai lukt, krijgt hij een koekkruimel als beloning. De papegaai zegt daarom dat Oom Dagobert een gierige krent is en Oom Dagobert vraagt zich af wie hem dat geleerd heeft.