Willie Wortel loopt met zijn loopkar langs Huize Ontevree, een pension voor criminelen. Daar wordt 176-176 door de andere Zware Jongens uit het huis geschopt en verstoten uit de groep. Hij ziet Willie en dwingt hem iets uit te vinden waardoor hij slim wordt want hij hoopt dat de Zware Jongens hem dan weer in de groep zullen opnemen. Willie maakt een apparaat en als 176-176 eronder gaat zitten, kan hij opeens rekenen. De Zware Jongen 176-176 betaalt de rekening niet en slaat Willie in elkaar. Willie weet dat de slimheid van 176-176 maar een uurtje zal duren, maar hij beseft wel dat 176-176 dan boos terug zal komen. Daarom bedenkt hij een krachtdoos en maakt zichzelf ijzersterk. Als 176-176 inderdaad boos naar hem toe komt, slaat Willie hem met een eenvoudige handbeweging naar de overkant van de straat. Een politieagent ziet dit en het grote nieuws dat Willie een Zware Jongen overmeesterd heeft komt in de krant. De Zware Jongens zijn erg boos want niemand mag een Zware Jongen slaan ook al is hij een ex-Zware Jongen. Ze gaan met een bus vol Zware Jongens naar Willie maar Willie is te sterk en slaat ze allemaal zijn huis uit en ze rennen van angst weg. Donald wil Willie feliciteren maar Willie knijpt te hard in zijn hand. Als Willie een pakje wil oppakken dat Katrien verliest, vernielt hij het pakje door zijn kracht. Oom Dagobert rijdt tegen Willie aan maar alleen de auto is stuk. Hij kan ook geen verzwakkingsmachine maken want hij zou al zijn gereedschap vernielen. Hij aait Lampje over zijn bol maar het glas breekt. Gelukkig heeft hij veel reservehoofden voor Lampje. Droevig verlaat hij Duckstad en trekt hij de heuvels in. Daar ziet hij dat de Zware Jongens de dam bij Duckstad opgeblazen hebben om wraak op de stad te nemen. Hij pakt een enorm rotsblok en blokkeert het water. Als hij toch nog een klein lek ziet wil hij een kleine steen pakken maar het lukt hem niet om die op te tillen. Zijn krachten zijn uitgewerkt. Katrien, Donald en Oom Dagobert komen blij naar hem toe omdat ze trots op hem zijn.