Kwik, Kwek en Kwak varen onder leiding van hun hopman samen met de Jonge Woudlopers in een sloep rond op zee om de trek van de walvissen te bestuderen. Ze zien echter helemaal geen walsvissen en denken dat dat komt doordat er, ondanks een vangverbod, veel op walvissen gejaagd wordt. Ze worden echter door een walvis omver gezwommen en ze belanden in zee. Ze zien dat de walvis op de vlucht is voor orka's en haaien. De Jonge Woudlopers worden zelf ook door de haaien aangevallen, maar ze worden gered door Oom Dagobert die met zijn schip op jacht is naar walvissen. Oom Dagobert is boos op hen omdat hij hen moest redden waardoor een school walvissen aan hem ontsnapte. Kwik, Kwek en Kwak worden boos op hem omdat hij op walvissen jaagt. Oom Dagobert zegt dat hij wel moet want als hij de laatste walvis niet vangt dan doet een ander dat wel. Ze zien weer een walvis en de bemanning schiet een harpoen af. De Jonge Woudlopers vallen de harpoenier aan en de walvis wordt gemist. Ze komen een andere walvisvaarder tegen. Oom Dagobert heeft in de zee een automatische walvisdetector. Het is een onderzeeboot die automatisch op zoek is naar walvissen, maar de ballastpomp is kapot. De walvisdetector kan nu alleen nog maar handmatig bediend worden en Oom Dagobert is de enige die weet hoe dat moet. Oom Dagobert daalt af in de onderzeeër en Kwik en de hopman gaan met hem mee om hem te helpen. De andere walvisvaarder, onder leiding van kapitein Gluyperd, vaart aan hen voorbij en zij ontdekken met hun sonar een walvis. De bemanning weet echter niet dat dat de duikboot van Oom Dagobert is. Om het schip van Oom Dagobert weg te jagen valt de andere walvisvaarder hen aan. Ze schieten met harpoenen en komen aan boord en ze zetten de bemanning en de Jonge Woudlopers in sloepen overboord. Ze willen het schip van Oom Dagobert laten zinken, maar ze zien met hun sonar dat hun ontdekte walvis wegzwemt. Ze gaan erachteraan en de Jonge Woudlopers keren terug naar hun schip. Oom Dagobert ontdekt een school walvissen en keert ook terug naar hun schip. Kwek en Kwak willen Oom Dagobert waarschuwen, maar weten niet hoe de radio werkt. De duikboot van Oom Dagobert wordt door een harpoen van Gluyperd getroffen. De punt van de harpoen steekt door de wand van de duikboot en Oom Dagobert ziet dat er een granaat op de punt zit. Oom Dagobert maakt de granaat onschadelijk, maar moet dieper duiken omdat hij bang is voor nog een harpoen. Ze zitten echter vast aan de lijn van de harpoen en om te ontsnappen zaagt Oom Dagobert de punt van de harpoen door. Hierdoor stroomt de duikboot vol water en Oom Dagobert raakt bedroefd. Hij beseft nu hoe het is om een opgejaagde walvis te zijn. De Jonge Woudlopers besturen het schip van Oom Dagobert en varen op de andere walvisvaarder af. De bemanning van Gluyperd treft de duikboot van Oom Dagobert, die aan het zeeoppervlak vaart, met nog drie harpoenen. Oom Dagobert, Kwik en de hopman springen in zee en vlak daarna ontploft de duikboot. Gluyperd ziet dat het geen echte walvis was en wil Oom Dagobert en de twee anderen met een harpoen beschieten. De Jonge Woudlopers rammen echter zijn schip dat daardoor zinkt. Het schip van Oom Dagobert zinkt ook en de Jonge Woudlopers redden zich met een sloep. Oom Dagobert, Kwik en de hopman klimmen in de sloep. Gluyperd en zijn bemanning varen ook rond in een sloep en hebben een harpoen aan boord. Ze schieten de harpoen naar de Jonge Woudlopers, maar missen omdat één van de neefjes een blik walvistraan in het gezicht van de harpoenier gooit. Door de terugslag van de harpoen kapseist de sloep van Gluyperd. Ze komen de bemanning van het schip van Oom Dagobert tegen die zichzelf ook met een sloep gered hebben en ze zien een school walvissen. De walvissen zwemmen vrolijk tussen de zinkende schepen door alsof ze aan het spelen zijn. Ze roeien richting de kust en Oom Dagobert stopt met de walvisvaart omdat hij nu precies weet hoe de walvissen zich voelen.