Donald vertelt zijn buurman dat hij dit jaar zijn neefjes meeneemt naar het Saaimeer. Het is daar ondiep en hij heeft een woonboot gehuurd zodat Kwik, Kwek en Kwak niets kan overkomen. Donald verwacht een rustige vakantie zonder problemen. De buurman wedt met Donald om een kalkoen dat zijn plan zal mislukken. Midden op het meer zijn Kwik, Kwek en Kwak vanaf de woonboot aan het vissen. Ze vangen alleen een klein visje dat ze als huisdier willen houden. Verder vangen ze niets en ze vervelen zich. Ze gaan zwemmen maar het meer is erg ondiep en ze kunnen er niet eens duiken. Daarom willen ze een gat in de bodem van het meer graven. Omdat ze geen schep hebben gebruiken ze een benzineblik. Donald wil iets drinken maar ontdekt de vis in de ton met drinkwater. Donald is boos op zijn neefjes omdat ze de vis in het drinkwater gestopt hebben. Hij moet daarom het water koken. Als hij het gas aan wil steken, blijkt de tank leeg te zijn. Hij gooit de brandende lucifer het raam uit. Hij zoekt de benzine en ontdekt dat zijn neefjes het blik als schep gebruiken. Kwik, Kwek en Kwak vertellen hem dat ze de benzine in het water gegooid hebben. Donald snelt naar buiten en ziet dat de boot omringd is door vuur. Hij verplaatst de boot maar de boot brandt al. Met het drinkwater blust hij de brand. Donald is erg boos want ze hebben nu geen drinkwater meer en geen brandstof meer om aan wal te komen. Na een tijdje krijgt hij vreselijke dorst en gaat toch op zoek naar water. Hij kijkt nog eens diep in de ton waar het water in zat waardoor hij erin valt. Hij raakt buitenwesten. Kwik, Kwek en Kwak willen om hun fouten goed maken een S.O.S. bericht versturen in een fles. Maar omdat ze geen fles kunnen vinden doen ze het bericht in de ton. Nadat ze de deksel op de ton gedaan hebben gooien ze hem met Donald erin overboord. Terwijl de ton naar een waterval afdrijft komt Donald weer bij bewustzijn. Maar hij stort in de ton van de enorme waterval af. Hij wordt gered door vissers die denken dat het weer een gek is die in de krant wil komen. Donald brengt zwaar gehavend een kalkoen naar zijn buurman. Die vraagt of zijn neefjes iets ernstig is overkomen. Donald zegt dat met hun alles in orde is.
