Oom Dagobert geniet van zijn rijkdommen maar begint het leven saai te vinden want hij heeft alles al. Hij is op zoek naar iets nieuws om geld mee te verdienen. Hij wil geld investeren in nieuwe zaken en risicovolle dingen doen om nog meer te verdienen. Oom Dagobert komt Willie Wortel tegen met een nieuwe uitvinding waarmee men kan rijden. Oom Dagobert biedt Willie een miljoen gulden omdat hij denkt daar veel geld mee te verdienen. Maar Willie vertelt hem dat hij dat niet kan doen want de Dagobert Duck Autofabriek heeft het patent al voor vijftig gulden gekocht. Oom Dagobert wil het pindakarretje op de hoek kopen maar dat is ook al van hem. Hij komt Donald en zijn neefjes tegen die indiaanse speerpunten in de woestijn gaan zoeken. Ze krijgen één gulden per speerpunt. Omdat Oom Dagobert nog niets aan speerpunten verdient, gaat hij mee met Donald en de neefjes. In de woestijn vinden ze al snel enkele speerpunten en ze hebben veel plezier. Maar ze komen in een zandstorm terecht waardoor ze afdwalen. Ze komen op een soort spoor terecht dat hen naar een oase leidt. Als de storm is gaan liggen en ze water in de oase gedronken hebben, waardoor ze weer op krachten gekomen zijn, besluiten ze het spoor verder te volgen. Ze denken dat het spoor vroeger door indianen gemaakt is. Ze vinden een halve pot die vol met juwelen zit. Als expert denkt Oom Dagobert dat de juwelen en het goud echt zijn en Donald vermoedt dat het misschien van een Aztekenstam afkomstig uit Mexico is. Ze gaan snel terug en vragen advies aan een professor. Hij denkt dat de juwelen uit de beroemde Zeven Steden van Cibola komen. Ze besluiten Cibola te gaan zoeken door het spoor verder te volgen. Ze werken het plan verder uit in een café. De Zware Jongens zijn blut want tegenwoordig zijn alle banken erg goed beveiligd. Zelfs bij het bijstandsbureau kunnen ze geen geld krijgen. Ze zien Oom Dagobert en de anderen in het café zitten en luisteren hen af. Ze horen dat Oom Dagobert naar Cibola gaat zoeken en dat hij verwacht dat daar vrachtladingen goud vandaan komen. Ze besluiten hen te volgen. Oom Dagobert, Donald en de neefjes gaan terug naar het spoor van de indianen. Kwik, Kwek en Kwak nemen hun padvindershandboek mee. Het spoor houdt op maar dankzij het padvindershandboek kunnen ze het spoor toch terugvinden. Ze steken de Colorado rivier over en daar houdt het spoor weer op. Ze denken dat er vroeger een vloedgolf geweest is waardoor het spoor verdwenen is. Ze lopen richting de bergen en hopen daar het spoor terug te vinden. Voordat ze verder gaan vullen ze hun veldflessen. De Zware Jongens komen uitgeput bij de rivier aan. Ze zien dat er een zandstorm aankomt en besluiten, om Oom Dagobert niet kwijt te raken, snel en zonder hun veldflessen te vullen verder te gaan. De zandstorm duurt twee dagen en het water van Oom Dagobert en de anderen raakt al weer op. De Zware Jongens zijn uitgeput en hebben helemaal geen water meer. Maar ze ontmoeten elkaar en de Zware Jongens stelen het laatste water van Oom Dagobert. De Zware Jongens vinden de onderneming te zwaar en keren terug. Oom Dagobert, Donald en Kwik, Kwek en Kwak lopen verder en ontdekken een vergaand schip in de woestijn. Aan boord zijn vaten met water zodat ze hun dorst kunnen lessen. In het logboek lezen ze dat het schip daar door een vloedgolf terecht is gekomen. Ze lezen ook dat er toen indianen, gekleed in goud, uit een kloof in de bergen kwamen. Ze gaan door de kloof die ze in de bergen zien en vinden de Zeven steden van Cibola. Ze zien daar wegen bestraat met goud, manden vol goudklompen en putten met opalen en saffieren. Donald ontdekt een standbeeld van emerald. Maar Kwik, Kwek en Kwak zien dat er een val aan het beeld verbonden is. Als het beeld beweegt zal er een grote steen van een heuvel rollen en de stad verwoesten. De Zware Jongens voelen zich veel beter en besluiten terug te keren en de anderen weer te volgen. Op een wandrots lezen Kwik, Kwek en Kwak, met behulp van het padvindershandboek, een tekst die zegt dat de inwoners van Cibola gestorven zijn toen de witte mannen kwamen en een vreemde ziekte mee brachten. Ze lopen tegen de Zware Jongens aan die de harnassen van de Spanjaarden gevonden en aangetrokken hebben. De Zware Jongens nemen hen gevangen, gooien hen in een kamer en metselen hen in. Ze baden in de edelstenen en grijpen het beeld van emerald. Hierdoor komt de grote steen naar beneden rollen en de steen vernietigt de stad. Oom Dagobert, Donald en de neefjes kruipen tussen de rotsen uit naar boven en zijn door de enorme klap totaal vergeten wat er gebeurd is. Ze denken dat ze een aardbeving meegemaakt hebben en vragen zich af wat ze daar doen. Ook de Zware Jongens komen tevoorschijn en weten niet meer wat ze daar doen. Oom Dagobert weet nog dat ze speerpunten aan het zoeken waren maar die is hij kwijt. Hij heeft geen zin om de tussen de rotsen weer te gaan zoeken.