Donald heeft een smederij en brandt kastanjes op zijn vuur. De zaken gaan slecht sinds hij de hoefijzers van het paard van de burgemeester verkeerd om bevestigd heeft. Kwik, Kwek en Kwak helpen hem door dingen te zoeken die gerepareerd moeten worden. De neefjes gaan uit elkaar en komen bij Willie Wortel, Katrien en Oom Dagobert. De kelder van Willie Wortel staat vol met water en de drijfas van zijn pomp is verbogen. Donald krijgt de pomp van zijn neefjes en haalt hem helemaal uit elkaar. Oom Dagobert heeft een oude rekenmachine waarvan de miljardenknop hangt en Katrien heeft een muziekdoos die steeds minder geluid maakt. De neefjes brengen de rekenmachine en de muziekdoos ook naar hun oom. Donald maakt de drijfas heet en slaat erop, maar hij slaat hem stuk. Hij maakt een nieuwe drijfas van een as van een auto. Hij zet de pomp weer in elkaar maar de zuigkracht is enorm groot geworden. Als Donald de pomp test, zuigt die de muziekdoos en de rekenmachine op waardoor ze helemaal uit elkaar vallen. Donald repareert echter alles en Kwik, Kwek en Kwak brengen de apparaten terug. Willie Wortel belt Donald om hem te vertellen dat de pomp water vanuit de vijver zijn kelder in pomp, Katrien komt langs want haar muziekdoos klinkt als een rekenmachine en Oom Dagobert belt om te zeggen dat zijn rekenmachine nu muziek maakt. De burgemeester en wethouders komen bij Donald langs om te vragen of hij kanon nummer 1 op de Bunkersheuvel kan omsmelten. Het kanon is te oorlogszuchtig en hij moet er ploegijzers van maken. Generaal Paperas Prul heeft nog met het kanon gevochten om Duckstad van zijn onderdrukkers te bevrijden. Donald gaat samen met zijn neefjes naar het kanon. Donald wil het van de heuvel afduwen maar Kwik, Kwek en Kwak vinden dat te gevaarlijk want het kanon zal volgens hen de smederij verwoesten. Ze moeten het kanon afremmen en ze maken het daarom met een touw vast aan een standbeeld. Donald duwt het van de heuvel af maar het standbeeld breekt doormidden. De smederij dreigt verwoest te worden, maar het kanon zakt door een verrot stuk hout diep de Duckstadse kolenmijn in. Donald moet een kraan huren om het kanon weer boven te halen. Duckstad viert feest want het is honderd jaar geleden dat het kanon zijn laatste kogel afgevuurd heeft. Het feest wordt gehouden voor de smederij van Donald en het publiek stroomt toe om te kijken hoe het kanon omgesmolten wordt. Donald verhit het kanon maar dat blijkt nog geladen te zijn. Er schiet een kogel uit hoog de lucht in. De kogel komt terug en valt in een bak roomijs van vijftig liter. Het feestje is voorbij en Donald brandt zijn vingers aan de hete kastanjes.
