Oom Dagobert komt met zijn winkelwagentje bij Oma op de boerderij om boodschappen te doen want hij denkt dat alles bij haar veel goedkoper is dan in Duckstad. Hij wil Brigitte, het varken van Oma, als varkenslapje meenemen maar dat staat ze niet toe. Hij vult zijn winkelwagentje met tomaten, melk en de kip Henneke waarvan hij hoopt dat ze veel eieren zal leggen. Hij moet vijfendertig gulden vijfenzeventig betalen en hij schrikt zich een hoedje. Hij hoopt dat de kip daarvoor wel gouden eieren legt. Oom Dagobert vraagt Oma of hij even mag bellen. Als hij alleen in haar huis is, doet hij net alsof hij over een kleedje uitglijdt en zich bezeert. Omdat hij zogenaamd niet meer kan lopen mag hij een paar dagen bij Oma in bed blijven en gratis bij haar eten en dus hoopt hij veel geld te besparen. Kwik, Kwek en Kwak denken dat Oom Dagobert hen bedriegt en gooien een kwartje naast het raam van de kamer van Oom Dagobert. Die hoort het kwartje vallen en pakt het zo snel op dat Kwik, Kwek en Kwak hem niet eens voorbij zien komen. Ze vertellen over deze gebeurtenis aan Oma maar die gelooft hen niet omdat ze Oom Dagobert niet echt gezien hebben. Oma laat Henneke, die nog in het winkelwagentje van Oom Dagobert zit, weer los op de boerderij. Henneke dreigt echter een ongeluk te krijgen met de tractor en het paard Bles. Henneke kent de boerderij echter goed en Oma zegt tegen Oom Dagobert dat hij zich geen zorgen moet maken. Maar als Henneke aangevallen wordt door een valk kan Oom Dagobert zich niet meer inhouden en rent hij naar buiten om zijn investering te beschermen. Hij gooit zijn portemonnee tegen het hoofd van de valk die Henneke daardoor loslaat. Oom Dagobert vangt Henneke en Kwik, Kwek en Kwak vangen het geld op en pakken hun kwartje terug. Oma is blij dat Oom Dagobert zich meer zorgen maakte om Henneke dan om zijn geld en zij is daarom niet boos over zijn bedrog. Maar Kwik, Kwek en Kwak denken dat Oom Dagobert zo gek is op Henneke omdat haar gekakel hem doet denken aan geld.