Willie Wortel loopt met zijn kar door de stad en probeert uitvindingen te verkopen. Oom Dagobert roept hem en laat zien dat zijn geldpakhuis vol met ratten zit. Hij vraagt Willie ervoor te zorgen dat alle ratten uit Duckstad verdwijnen. Wille haalt meteen zijn elektronische antwoordmachine die hem vertelt om een kaas te maken die zo lekker is dat alle ratten hem zullen volgen. Hij moet de ratten naar de andere kant van de rivier lokken en daarna de brug ophalen zodat de ratten niet meer terug kunnen. Oom Dagobert vindt het een briljant plan en vraagt Willie het uit te voeren. Nieuwsgierig naar de werking van de elektronisch antwoordmachine opent hij het apparaat en ontdekt dat Lampje, die alle antwoorden geeft, erin zit. Willie maakt zijn kaas in een luchtdichte kamer en stopt het, als het af is, in een busje dat hij pas bij het geldpakhuis van Oom Dagobert openmaakt. Hij lokt zo als de rattenvanger van Duckstad heel veel ratten mee en rent naar de brug over de rivier. De brug staat echter al open waardoor hij op de brug moet klimmen. Boven op de brug verliest hij het busje doordat het aan de mast van een voorbijvarend schip blijft hangen. De ratten die achter Willie aanzaten gaan nu langs de rivier achter het schip aan. Willie ziet dat het schip naar het geldpakhuis van Oom Dagobert vaart en beseft dat hij de kaas terug moet halen. Hij huurt bij Handige Harry een helikopter en weet met de hulp van Lampje de kaas van de mast van het schip af te graaien. De kaas ruikt echter zo sterk dat de enorme hoeveelheid ratten achter de helikopter aangaan. De brug is inmiddels weer naar beneden en Willie lokt de ratten naar de brug. Hij wil dat de brugwachter de brug opendoet als de ratten eroverheen zijn, maar de brugwachter doet dat iets te vroeg. Als de brug opengaat wordt de kaas uit de handen van Willie geslagen, recht door het raam van het geldpakhuis van Oom Dagobert. Alle ratten klimmen het geldpakhuis in en Willie vertrekt naar de andere kant van de brug.
