Donald krijgt een brief waarin hij uitgenodigd wordt voor een gekostumeerd bal bij Barones Van Struickel tot Tippelaere, de voorzitster van de damesclub. Iedereen wordt gevraagd het kostuum te kiezen van iemand die hij bewondert. Donald besluit er verkleed als ridder heen te gaan ondanks dat Kwik, Kwek en Kwak dit ouderwets vinden. Hij huurt een harnas waar allemaal scherpe uitstekels aan zitten. Als hij het aantrekt valt hij door het gewicht echter om en Kwik, Kwek en Kwak moeten hem met een takel weer overeind zetten. Maar door veel te oefenen lukt het hem goed te lopen en gaat hij op weg naar het bal. Hij neemt de bus maar wordt daar uitgegooid vanwege de scherpe uitstekels van zijn harnas. Hij ligt weer plat op de grond en zijn neefjes moeten weer helpen hem rechtop te zetten. Als hij op het bal aankomt, vindt iedereen dat hij er vreemd uitziet. De barones vindt zelfs dat hij er als een potkachel uitziet. Katrien is boos op hem omdat hij er ouderwets uitziet. Ridders bestaan volgens haar helemaal niet meer. De andere gasten pesten Donald en één van hen gebruikt hem zelfs als asbak en doordat een ander zijn harnas wil oliën belandt hij in de vijver. Hij wordt alom uitgelachen. Kwik, Kwek en Kwak stellen hun oom voor maar naar huis te gaan maar die wil dat niet. De barones kondigt een optreden van Eduard van Bluffen aan, die altijd al een leeuwentemmer heeft willen zijn. Hij geeft een voorstelling maar die gaat mis. De leeuwen vallen hem aan en hij vlucht. Hij laat echter de deur van de kooi open staan en rent zelf de zaal uit. De leeuwen komen de kooi uit en de mensen willen ook de zaal uit. Maar Eduard heeft de deur van de zaal dichtgegooid en omdat die naar binnen toe opendraait krijgen de gasten de deur niet meer open. Donald, die ook bij de voorstelling was, bestrijdt in zijn harnas de leeuwen en het lukt hem om de leeuwen terug in hun kooi te krijgen. Hierna lacht niemand hem meer uit. Katrien en de barones bewonderen hem zelfs. Hij wordt ook door zijn neefjes bewonderd. Zij zijn zelfs bereid het schild en het rubberen zwaard van hun oom te dragen.
