Donald komt Oom Dagobert in het park tegen en vindt dat hij er slecht uitziet. Oom Dagobert vertelt dat hij niet goed slaapt. Donald vraagt of hij al geprobeerd heeft om schaapjes te tellen. Hij vertelt boos dat hij dat al geprobeerd heeft en dat hij ook geprobeerd heeft koeien, paarden, ezels en zelfs olifanten te tellen. Donald geeft hem het advies om dan maar spaarvarkens te tellen. Als Oom Dagobert die nacht deze raad opvolgt, slaapt hij als een roos.