Donald bekijkt zijn verzameling curiosa. Hij ontdekt dat zijn zeester weg is en dat zijn kikker vervangen is door een postzegel. Kwik, Kwek en Kwak hebben er niet aangezeten en ze gaan naar de keuken om iets te eten. Daar zien ze dat alle glazen uit de kast weg zijn en dat er rommel voor in de plaats gekomen is. Donald denkt nu aan diefstal en laadt zijn geweer. Maar terwijl hij dat doet verdwijnen zijn patronen van de tafel. Hij let op het raam want hij denkt dat de dief daar is maar een rat steelt zijn pet zonder dat Donald het merkt en legt een framboos op zijn hoofd. Donald ziet in de kamer een rattengat en een ruilrat. De ruilrat schuift net een speelgoedrat naar buiten en Donald schiet die kapot. Donald zet een rattenval in het hol en als ze die dicht horen klappen pakt Donald de val terug. Maar hij grijpt in een berenklem die de ruilrat er voor in de plaats gezet had. Donald wil de rat uitroken en plaatst een rookbom in het hol. Er ontstaat veel rook maar de rat bijt een gat midden in de kamer en ontsnapt daardoor. Het gas komt ook in de kamer en Donald en Kwik, Kwek en Kwak moeten ziek naar buiten. Vervolgens willen ze de rat naar buiten jagen door hard geluid te maken. Ze zetten een plaat op en gaan zelf een uurtje weg. Als ze terugkomen zit het hele huis vol met ratten want de plaat speelde de Rattenvanger van Hamelen. Donald wil nu zijn handgranaat uit zijn kluis halen maar de granaat is weg. Hij pakt zijn tuba en wil de Rattenvanger van Hamelen spelen om de ratten weg te lokken maar er komt geen geluid uit zijn tuba. Hij schudt met zijn tuba en de granaat val er uit. Door de val komt de pin uit de granaat vrij. Donald zet zijn tuba op de granaat en beschermt zich zo tegen de explosie. Door de grote knal zijn de ratten weg maar door de grote hoeveelheid gaten stort het huis in. Donald vindt het één grote {\it ratstreek}.