Donald kijkt toe bij de miniautoraces. Hij wil graag meedoen en mag na een tijd wachten invallen. Hij moet als eerste een kwalificatieronde binnen twaalf seconden rijden. Hij rijdt zelfs een baanrecord maar hij was in de verkeerde auto gestart en moet met een andere auto opnieuw rijden. Met de nieuwe auto raakt hij omdat hij enorme haast heeft in een slippartij en slaat zelfs over de kop waardoor hij gediskwalificeerd wordt. Hij krijgt echter een tweede kans maar bij de start slaat zijn motor af. Kwik, Kwek en Kwak duwen hem aan met hun trapauto's en het publiek moet erg lachen. Hij slipt weer en gaat met zijn auto ondersteboven over de finish en is uitgeschakeld. De geblesseerde coureur, waarvoor Donald was ingevallen, komt terug en neemt zijn plaats weer in en het lukt Donald niet meer zich te kwalificeren. Hij krijgt wel nog een baantje als ballast op de ploeg waarmee de baan vlak gemaakt wordt. Maar hij weegt te weinig en neemt een paar zware dozen als extra ballast mee. Er vallen echter spijkers uit deze dozen op de racebaan waardoor tijdens de race alle auto's lekke banden krijgen. De coureurs gaan boos achter Donald aan maar lopen door de spijkers allemaal blessures aan hun voeten op waardoor ze niet meer kunnen rijden. Het publiek wordt heel erg boos en de organisatie besluit de enige overgebleven coureur Donald te laten rijden tegen Kwik, Kwek en Kwak in hun trapauto's. Tijdens de race gooit Donald zijn kauwgom weg maar het raakt tussen zijn wielen waardoor hij niet meer door kan rijden. Kwik, Kwek en Kwak winnen de race en het publiek lacht zich rot. Donald vlucht naar de Zuidpool.
