Perik leest in een boek dat er een tijd geleden een zonsverduistering was. De twee zonnen werden door twee manen verduisterd. Tijdens de zonsverduistering barstte er een vulkaan uit. Vele mensen vluchtten in de grotten van een berg, maar de lava sloot de grotten af. Perik denkt dat de mensen onder de aarde een nieuwe wereld maakten, maar ze zijn nooit meer terug gezien. Perik vertelt Trigo dat er morgen weer zo'n zonsverduistering zal zijn en dat er misschien weer rampen zullen gebeuren. Trigo laat daarom de hoofdstad ontruimen. Alleen een oude vrouw die doof is blijft achter. Trigo en Perik trekken zich terug in een burcht in de bergen. De vulkaan barst weer uit en de grotten breken open. Er komt een volk uit, onder leiding van Junix en zij trekken op naar Trigopolis. Zij nemen de stad in. De oude vrouw trekt naar de bergen en waarschuwt de mensen die daarheen gevlucht zijn. Ze worden boos en trekken op naar de stad om de bezetters weg te jagen, maar Trigo laat het leger de stad omsingelen en houdt het volk tegen. Trigo daagt Junix uit voor een duel en de winnaar wordt de nieuwe leider van Trigië. Een spion van Cato waarschuwt zijn thuisland dat er in Trigië strijd is. Pas als Trigo en Junix op leven en dood vechten, worden ze aangevallen door Catoonse vliegtuigen. De twee staken hun strijd om samen tegen Cato te vechten, maar ze zijn onvoorbereid en dreigen te verliezen. Junix zegt dat hij een wapen heeft waarmee ze kunnen winnen. Trigo zegt dat als dat waar is, hij afstand zal doen van de troon. Ze gaan naar hun ondergrondse stad en halen het wapen. Het is een protongeweer dat alles doet smelten. Met dit wapen overwinnen de Trigische vliegtuigen de aanvallers uit Cato en Trigo treedt af. Junix wordt de nieuwe keizer en Trigo trekt zich terug in de bergen. Maar door het volk van Junix zijn er nu veel te veel mensen in Trigopolis. Er ontstaan ziektes waar het volk van Junix niet tegen kan en velen sterven. Junix besluit met zijn volk terug te gaan naar het binnenste van de planeet. Trigo is weer keizer.