Donald raast over een bevroren meer met zijn zelfgebouwde ijsglijder en een man op de kant wordt gek van het lawaai dat Donald maakt. Kwik, Kwek en Kwak zouden graag willen dat hun oom een baan krijgt. Als Donald aan land komt, vertelt hij hun dat hij een baan met een uniform heeft. Hij is postrijder geworden en mag post naar het Bevereiland dat midden in het meer ligt brengen. Er is wel één nadeel en dat is dat hij moet wachten totdat de huidige postbode het werk niet meer alleen aan kan. Als het werk te zwaar voor hem wordt, mag Donald het doen. De huidige postbode is echter een postduif. De man aan de kant lacht zich een hoedje en zegt dat hij de ijsglijders wel kan vervangen door waterski's. Kwik, Kwek en Kwak besluiten hun oom te helpen door alle bewoners op het eiland een cadeau te sturen. Ze sturen boeken omdat die zwaar zijn, eieren omdat die breekbaar zijn en snuisterijen omdat die waardevol zijn. Ze sturen ook een doos witte ratten naar de dierentuin van de Jonge Woudlopers. Het plan lukt en Donald mag alle pakketjes brengen. Donald gaat op weg in zijn uniform dat te groot is en Kwik, Kwek en Kwak gaan op de schaats achter hem aan om te kijken of alles wel goed gaat. Het is erg koud en de ratten knagen zich uit hun doos en kruipen onder de kleren van Donald. Geschrokken stopt hij hen weer terug in hun doos en doet de doos onder de stapel andere dozen. Maar de ratten knagen zich overal door en gooien de eieren en snuisterijen op het ijs. Kwik, Kwek en Kwak komen er aan en helpen de spullen op te rapen. Donald helpt door met zijn ijsboot rondjes te draaien en met zijn propeller de spullen naar zijn neefjes te blazen. De ratten draaien onderwijl het benzinekraantje van de ijsglijder open waardoor er een cirkel van benzine op het ijs terechtkomt. Door een rat valt er een aansteker van de ijsboot en er ontstaat een vonk waardoor de benzine vlam vat. Hierdoor ontstaat er een geul water en staan Donald en zijn neefjes op een ijsschots. Kwik, Kwek en Kwak maken met de boeken en wat sneeuw een schans. Donald springt met zijn ijsglijder over de schans maar het stuur schiet los. Hij ramt het postkantoor op het Bevereiland dat totaal vernield wordt. De man die gek werd van het lawaai van de ijsglijder lacht zich nog steeds een hoedje. Kwik, Kwek en Kwak vertellen hem dat hun oom inmiddels een nieuwe baan in uniform heeft bij het vreemdelingenlegioen.
