Oom Dagobert wil de Mount Everest, de Tai Mahal en Hong Kong kopen om ze in zijn Duckstadse pretpark te zetten. Zijn helper Hendriks raadt hem aan om zijn geluksdubbeltje mee te nemen als hij ze gaat kopen. Oom Dagobert denkt inderdaad dat hij veel geluk nodig zal hebben om zijn plan te laten slagen en besluit het dubbeltje mee te nemen. Hij gaat per schip naar Azië en is van plan het dubbeltje aan de purser van het schip in bewaring te geven. Hij wil ook Donald en de neefjes meenemen om op het geluksdubbeltje te letten. Kwik, Kwek en Kwak vertellen Oom Dagobert dat Donald niet met hem mee kan omdat hij een baantje als journalist heeft. Maar Donald heeft een verhaal over marsmannetjes verzonnen omdat hij geen nieuws kon vinden. Hij wordt daarom ontslagen en kan toch met Oom Dagobert mee. Op het schip vertelt Oom Dagobert de anderen dat ze naar Azië gaan om de Mount Everest, de Tai Mahal en Hong Kong te kopen. Donald vindt dit wel opzienbarend nieuws en gaat aan land om het zijn redacteur te vertellen. Oom Dagobert gaat hem achterna en Donald struikelt over een touw en raakt bewusteloos. Als Oom Dagobert bij Donald aankomt, ziet hij het schip de Fatsonia vertrekken. Dit is een ramp want hij had zijn geluksdubbeltje al in bewaring gegeven. Ze vliegen naar Manilla om daar weer aan boord van de Fatsonia te gaan en ze nemen de bewusteloze Donald mee. In Manilla weet Donald nog steeds niet wat er aan de hand is. Oom Dagobert krijgt daar een telegram dat al zijn zaken slecht gaan. Bovendien leest hij in de krant dat de Fatsonia gezonken is. De telegrammen met slecht nieuws blijven maar komen. Donald herinnert zich dat hij op weg was naar zijn redacteur om het nieuws over Oom Dagobert te vertellen en wil dat alsnog doen. Maar de zaken van Oom Dagobert gaan zo slecht dat hij de Mount Everest, de Tai Mahal en Hong Kong helemaal niet meer kan kopen en dus is het nieuwtje weg. Ze gaan op zoek naar de Fatsonia maar die ligt te diep onder water en ze gaan terug naar Duckstad. De zaken van Oom Dagobert blijven slecht gaan en Oom Dagobert besluit dat hij zijn geluksdubbeltje echt moet terugvinden. Oom Dagobert koopt daarom een onderzeeër. Donald is hem gevolgd en ontdekt dat hij de onderzeeër koopt en wil dit weer in de krant laten zetten. Hij rent weer weg maar struikelt weer over een touw en raakt weer bewusteloos. Als hij bijkomt, bevindt hij zich samen met Oom Dagobert in de onderzeeër. Ze zijn op weg naar de plek waar de Fatsonia ligt. Kwik, Kwek en Kwak zijn boven op de zee op een schip achtergebleven. Als Oom Dagobert en Donald op de bodem aankomen, blijkt het gezonken schip weg te zijn. Ze zien wel grote sleepsporen en ze volgen die. De bemanning boven op het schip wordt angstig en denkt dat Neptunes zelf de boot wegsleept heeft. Ze verlaten het schip en laten Kwik, Kwek en Kwak alleen achter. Door een stuurfout van Donald zakt de onderzeeër hard naar beneden en knalt op de bodem. De onderzeeër is beschadigd en kan niet meer varen. Ze roepen om hulp bij Kwik, Kwek en Kwak, maar die varen op een schip dat ze niet kunnen besturen. Ze willen hulp roepen via hun radio maar die ontploft. De zuurstof in de onderzeeër raakt op en het licht gaat uit. Plotseling voelen ze dat de onderzeeër beweegt. Ze worden met een soort vliegende schotels naar een grot getrokken waar zich een grote scheepswerf bevindt. Daar liggen allemaal vergane schepen en er werken vreemde wezens met vier armen. Hun onderzeeër wordt in een smeltoven gesleept en ze weten nog net te ontkomen. Ze worden meteen door de wezens gevangen genomen omdat die denken dat ze spionnen zijn. Als die vragen wat ze daar doen vertelt Oom Dagobert dat hij op zoek is naar zijn dubbeltje maar de leider van de wezens gelooft dit niet en ze worden gevangen gezet. Ze horen van de bewaker dat de wezens oorspronkelijk van Mars komen en dat ze op Mars ijzer nodig hebben. Zij verzamelen ijzer in de grot en nadat ze het ijzer omgezet hebben in lichtstralen schieten ze het uit een vulkaankrater naar Mars. Donald ziet in de marsmannetjes als journalist groot nieuws. Intussen hebben Kwik, Kwek en Kwak het schip onder controle gekregen en komen bij een eiland met een vulkaan. Twee van hen gaan aan land om te kijken of daar hulp is. Ze worden daar aangevallen door twee van de marsmannen, maar omdat ze goed kunnen judoën overwinnen ze hen en ze gaan op onderzoek uit. Oom Dagobert praat met de oppermarsman en vertelt dat zijn dubbeltje geluk brengt. Hij mag daarom in de brandkast van de Fatsonia kijken. Hij vindt zijn dubbeltje, maar de oppermarsman wil wel een wonder zien. De twee neefjes springen tevoorschijn met een telegram waarin staat dat de zaken weer goed gaan. Maar de oppermarsman heeft door dat het papier leeg is en denkt dat zij ook spionnen zijn. De oppermarsman klaagt tegen Oom Dagobert dat ze echt veel ijzer nodig hebben en dat het ijzer op de zeebodem opraakt. Oom Dagobert gaat op zoek naar ijzer in de grond. Als hij dat zou vinden mag hij van de oppermarsman de gele rommel hebben dat uit de boten overgebleven is. Oom Dagobert ziet dat de rommel een berg goud is. Dankzij het geluk van zijn dubbeltje vindt Oom Dagobert ijzererts dat twintig meter onder de grond zit. Ze mogen van de Marsmannetjes weer weg maar ze mogen aan niemand iets vertellen en Oom Dagobert belooft dat. Met het schip volgeladen met goud komen ze terug in Duckstad. Donald springt snel van de boot en gaat op weg naar zijn krant om het grote nieuws van de Marsmannetjes te vertellen. Oom Dagobert zegt dat hij dat niet mag doen want ze hebben beloofd dat niet te vertellen. Donald zegt dat hij dat niet beloofd heeft en denkt aan de roem en eer die hij door dit nieuws zal krijgen. Hij springt deze keer goed over het touw en vertelt alles aan zijn redacteur. Deze vindt het allemaal onzin en smijt hem zijn kantoor uit. Oom Dagobert krijgt weer telegrammen dat zijn zaken goed gaan.
