Oom Dagobert is samen met Donald en Kwik, Kwek en Kwak in Egypte om te kijken of daar nog geld te verdienen valt. De tijden zijn echter veranderd en Oom Dagobert heeft van vele dingen geen verstand meer. Donald stelt voor om iets met de Arabische kleding te doen maar Oom Dagobert vindt dat hij geen verstand heeft van mode. Hij wil zich bezig houden met dingen waar hij wel verstand van heeft. Kwik, Kwek en Kwak denken dat er met de Egyptische artiesten wel iets te verdienen is, met dadelpalmen, een patatkraam of met het zand uit de woestijn. Oom Dagobert vindt het allemaal geen goed idee en vindt nog steeds dat de schoenmaker bij zijn leest hoort te blijven. Hij zou daarom liever iets doen met olie. Als hij even gaat zitten omdat hij moe is geworden, prikt hij zich aan een scherpe steen in het zand. Als hij het zand rondom de steen weggraaft, blijkt de steen de top van een piramide te zijn. Donald en Kwik, Kwek en Kwak vinden dat Oom Dagobert de piramide helemaal uit moet graven omdat er waarschijnlijk een grote schat in ligt. Na even tegen te stribbelen omdat hij hier eigenlijk geen verstand van heeft, besluit Oom Dagobert dit toch te doen. Hij laat grote vrachtwagens en heel veel werkers komen om de piramide uit te graven. Na heel veel geld uitgegeven te hebben, komen ze bij de ingang van de piramide. Daar staat geschreven dat de piramide gebouwd is door Koning Notenkraker de Onbesuisde en dat er zich een schatkamer met diens rijkdommen in de piramide bevindt. Ze rennen door de gangen van de piramide waardoor ze in de schatkamer komen. Daar staat echter alleen een stenen bord waarop staat dat het de koning spijt dat hij geen rijkdommen meer had om in de schatkamer te plaatsen omdat hij al zijn geld uitgegeven had om de piramide te bouwen. Oom Dagobert gaat boos achter Donald en de neefjes aan en hij schreeuwt dat een schoenmaker toch echt bij zijn leest moet blijven.