Willie Wortel kijkt vanaf een heuvel over Duckstad uit en vindt dat alles erg ouderwets is en dat er te veel energie verspild wordt. Als hij met zijn voertuig weg wil gaan, wordt hij door de politie aangehouden en krijgt hij een bon voor te laag vliegen met zijn pufmobiel. Hij is erg boos en besluit plannen te maken om Duckstad te moderniseren. Hij legt zijn plannen aan de bestuurders van de stad voor en iedereen is enthousiast. Duckstad wordt totaal verbouwd. De stad ligt daarna onder een koepel en er is een elektronisch brein dat het weer controleert. Het ruikt weer fris want alle schoorstenen hebben filters. Iedereen rijdt in pufmobielen en botsingen komen niet meer voor. Voor de lange afstanden is er een monorail die zich snel door de stad voortbeweegt. Als Willie in de monorail zit, valt het hem op dat de mensen niet vrolijk kijken. Via de glijbaan gaat hij naar Donald, maar Donald slaapt alleen nog maar want hij werkt nog maar tien minuten per dag. Kwik, Kwek en Kwak vervelen zich want ze leren via de kussens van hun bed en hun speelgoed speelt uit zichzelf. Ook Oom Dagobert is niet tevreden want het elektronische brein doet al zijn werk en hij kan niet meer met zijn geld spelen omdat hij te veel verdient en zijn geldpakhuis daardoor uitpuilt. Willie denkt dat iedereen nog aan de nieuwe situatie moet wennen. De brandweermannen en de politie vervelen zich ook. Als Willie thuiskomt heeft Lampje een robot uitgevonden die uitvindingen maakt. Willie wordt door de robot verordonneerd om niets meer te doen. Hij wordt erg boos en slaat de robot totaal in elkaar. Hij prijst Lampje om zijn uitvinding, maar hij was er nog niet aan toe. Hij beseft nu dat Duckstad ook nog niet toe was aan de modernisering. Hij wil de nieuwe dingen afbreken maar niemand heeft de energie om hem te helpen. Hij saboteert daarom zelf de elektriciteitskabels waardoor de glijbaan en monorail niet meer werken. Iedereen moet zichzelf weer voortbewegen en weer gaan werken. Iedereen is weer blij en Willie besluit zijn uitvindingen alleen nog maar te testen als er niemand in de buurt is. Hij vliegt weg met zijn auto.