Ooit waren de Zolts een slavenvolk. De Zolts zijn bijzonder sterk, maar niet erg slim. Trigo heeft het slavenvolk ooit zijn vrijheid teruggegeven en dezelfde rechten gegeven als alle andere Trigiërs. De Zolts zijn de grootste atleten en de beste vechters op Elekton. Sinds kort zijn er echter moeilijkheden in het volk van de Zolts. De Zoltleider Luctor wordt aangevallen door Malitor. Malitor vindt dat hun volk eigenlijk nog helemaal niet vrij is en nog steeds slaven zijn. Trigo bespreekt het probleem met Perik en zijn adviseurs. Hij vindt dat de Zolts uit eigen wil vechters en atleten geworden zijn. Er is een duel op komst tussen Luctor en Malitor en ze besluiten dat door te laten gaan. Malitor smeert gif van de nobra aan de scherpen mesjes van het net waarmee ze vechten. Tijdens het gevecht krijgt Lector diepe schrammen van het net op zijn lichaam. Al snel werkt het gif en valt Luctor flauw. Malitor wint het duel en het lichaam van Luctor wordt in de catacomben gebracht. Salvia verzorgt Luctor en Perik ontdekt het gif. Hij vertelt Trigo dat er vals gespeeld is. Trigo wil Malitor arresteren, maar Perik weerhoudt hem ervan. Hij is bang dat als zij partij kiezen, er gevechten tussen de Zolts uit zullen brengen. Maar er breken sowieso gevechten uit tussen de Zolts. Trigo stuurt zijn leger tussen de twee vechtende partijen en stopt hen. Hij verbant alle Zolts uit Trigië en stuurt ze de woestijn in. Ze trekken naar Tharv, het land waar ze oorspronkelijk vandaan komen. In de woestijn ontmoeten ze een groep woestijnkrijgers. Die nemen de Zolts mee naar hun stad en geven hun te eten en te drinken. Maar ze worden gevangen genomen en de woestijnruiters willen hen weer als slaven verkopen. 's Avonds komen er nog een paar gevangenen bij hen. Het zijn Tharvs en één van hen heet Fidelius. Malitor kent Fidelius, want dat is de zoon van Perik. Fidelius is verbaasd dat zijn vader leeft, want hij dacht dat hij gestorven was tijdens gevechten met de Lokiërs. Fidelius heeft jaren door de woestijn gezworven. Malitor krijgt plotseling spijt van wat hij Luctor, die een vroegere bediende van Perik was, heeft aangedaan. Ze besluiten te ontsnappen en Fidelius vertelt hun zijn plan. Maar twee bewakers horen dat plan en willen het aan hun leider vertellen, maar de Zolts hebben dat door en overmeesteren de bewakers. Ze gaan met zijn allen naar de muur van de stad, die Aquasalba heet, en maken een piramide van mensen. Zo klimmen ze over de muur en overmeesteren de bewakers aan de buitenkant van de stad. Ze openen de poorten en breken de deuren van het wachthuis open. Ze vinden hun wapens terug en raken in gevecht met de woestijnruiters. De Zolts openen de sluis van het waterreservoir en de stad loopt onder water. De Zolts ontsnappen allemaal uit de stad. Trigo maakt zich zorgen om de Zolts. Luctor is genezen en wil de Zolts terug halen. De woestijnruiters hebben de achtervolging op de Zolts ingezet en vallen hen aan. Maar de vloot van Trigië komt tussenbeide en de woestijnruiters trekken zich terug. Perik, die met de vloot meegekomen is, ontmoet zijn zoon. De Zolts worden in luchtschepen teruggebracht naar Trigopolis. Malitor verontschuldigt zich bij Trigo voor de opstand en Trigo vergeeft het hem. Perik is blij zijn zoon terug te hebben.
