Donald rijdt samen met Kwik, Kwek en Kwak door de woestijn en zien Oom Dagobert met een nieuwe machine waarmee hij naar goud kan boren. Hij heeft een wichelroede die hem aanwijst waar het goud zit. Donald vindt dit allemaal bijgeloof en onzin en wil Oom Dagobert een lesje leren. Hij ziet een stok die er net zo uitziet als de wichelroede van Oom Dagobert. Hij vraagt Oom Dagobert of hij de wichelroede mag bekijken en wisselt deze stiekem om voor de stok. Oom Dagobert zoekt verder en de wichelroede wijst een plek aan. Oom Dagobert boort daar met zijn machine en hij vindt een lege ruimte en er komen alleen konijnen uit. Hij boort dieper en vindt nog een lege ruimte en daar komen alleen dassen uit. Hij boort nog dieper en vindt weer een lege ruimte en deze keer komen er vleermuizen uit. Oom Dagobert heeft door dat er iets niet klopt en ziet de wichelroede liggen die Donald weggegooid heeft. Donald rent weg en verstopt zich in een grot. Oom Dagobert vraagt Kwik, Kwek en Kwak of Donald iets van goud bij zich heeft. Zij antwoorden dat hij een gouden horloge heeft. Oom Dagobert zoekt Donald daarom met zijn wichelroede en als hij boort op de plek die de wichelroede aangeeft vindt hij Donald in de grot. Donald weet nu dat het ongeluk brengt om niet in bijgeloof te geloven.