Donald leest in de krant dat er een superverkoper gevraagd wordt om een kostbaar voorwerp te verkopen. Er kan veel mee verdiend worden en Donald gaat kijken of hij het baantje kan krijgen. Als hij bij het bedrijf aankomt, staat er een enorme rij van sollicitanten. Maar Donald weet handig voor te dringen en omdat dat een goede indruk maakt wordt hij aangenomen. Hij moet hun product in de omgeving van de Kikerithrivier verkopen. Donald denkt dat hij een hogedrukpan of iets dergelijks moet verkopen. Het voorbeeldproduct staat in Winterteen-Op-Waterland waar hun tocht zal beginnen. Kwik, Kwek en Kwak gaan mee en besluiten ook spulletjes te gaan verkopen. In Winterteen-Op-Waterland staat een vrachtwagen op Donald te wachten en als hij onder het zijl kijkt wordt hij droevig. Hij vraagt zich af of hij dat product ooit zal kunnen verkopen. Er blijkt niet eens een weg langs de rivier te zijn en ze maken een vlot. Ze rijden de vrachtwagen op het vlot en met de wielen drijven ze een schoep aan waardoor ze de rivier op kunnen varen. Bij het eerste huis probeert Donald zijn product te verkopen. Maar het product kost tweeëntwintigduizend gulden en de vrouw heeft maar tweeëntwintig gulden. Kwik, Kwek en Kwak proberen ook wat aan de vrouw te verkopen en ze verkopen voor tweeëntwintig gulden van hun spullen. Verderop komen ze bij een hol waar iemand in woont. Donald pakt de spullen van zijn neefjes en zegt dat hij hun spullen wel zal verkopen en dat zij zijn product mogen verkopen. Als Donald op weg naar de grot gaat, halen Kwik, Kwek en Kwak het zijl van de vrachtwagen. Het blijkt dat Donald een stoomorgel moet verkopen. In de grot woont Herman Hermiet. Donald maakt de koffer van zijn neefjes open en ziet dat er cosmetica en verzorgingsmiddelen in zitten. Maar de man is totaal verwaarloosd en heeft dat helemaal niet nodig. Hij heeft maar één ding nodig en dat heeft Donald niet. Onverrichter zake komt Donald terug bij zijn neefjes. Kwik, Kwek en Kwak gaan ook naar de man en het blijkt dat hij alleen een stoomorgel nodig heeft. Ze verkopen een orgel en nemen het geld in een zak mee. Ze varen verder de rivier op want misschien verkopen ze er nog wel één. Ze komen bij het eind van de rivier die uit de rotsen ontspringt. Ze zien rooksignalen van indianen en willen naar hen toe. Maar de rotsen zijn te stijl voor de vrachtwagen en Donald gaat alleen met zijn koffer. Kwik, Kwek en Kwak kunnen niets anders doen dan wachten. Bij de indianen laat Donald zijn spullen zien. De indianen die nog nooit een bleekgezicht gezien hebben roven zijn koffer leeg en gebruiken de spullen op totaal verkeerde wijze. Ze eten zeep, drinken parfum en smeren nagellak op hun gezicht. Ze worden erg boos op Donald en nemen hem gevangen en zijn van plan hem de volgende dag bij zonsopkomst te straffen. Kwik, Kwek en Kwak vervelen zich en besluiten op hun orgel te gaan spelen maar door de trillingen die het instrument veroorzaakt storten de rotsen in. Ze overleven de beving en zien dat er zelfs een doorgang voor hun vrachtwagen ontstaan is. Vanaf een berg zien ze de indianen en ze zien ook dat oom Donald gevangen is. Ze proberen de berg af te rijden maar hun vrachtwagen en orgel stuiteren de berg af waardoor het orgel totaal vernield raakt. Ze merken dat de totempalen van de indianen hol zijn door spechten en termieten. Ze sluiten de onderdelen van het orgel aan op de totempalen die als orgelpijpen dienen. Bij zonsopgang, als de indianen Donald willen straffen, bespelen ze het orgel en komt er een enorme herrie uit de totempalen. De indianen vluchten en Kwik, Kwek en Kwak vertrekken met hun oom. Een klein indiaantje ziet echter wat Kwik, Kwek en Kwak gedaan hebben en waarschuwt zijn vader. De indianen krijgen hen alsnog te pakken maar vonden de zingende totempalen juist mooi. Twee weken later verschijnt Donald bij zijn baas. Hij zegt dat hij vijfhonderd stoomorgels verkocht heeft. De baas valt flauw. Katrien komt de volgende dag bij Donald en vraagt waarom dat lelijke orgel bij hem in de tuin staat. Hij zegt dat dat de prijs is voor de beste verkoper ooit. Met grote tegenzin poetsen Kwik, Kwek en Kwak het orgel.
