Donald maakt om vier uur in de ochtend zijn neefjes wakker. Terwijl ze nog slapen, kleedt hij hen aan en verwijt hun dat ze gezegd hebben dat ze wel gemakkelijk wakker zouden worden. Hij vertelt ook dat ze beloofd hebben hun eigen ontbijt klaar te maken en dat ze voor hem ontbijt zouden maken als ze terug zouden komen. Ze hebben dat allemaal beloofd zodat hij hen toe zou staan het baantje te nemen. Donald wordt boos maar help hen, terwijl ze achterop slapend in de fietstassen hangen, toch met het rondbrengen van de kranten want hij weet nog hoe moeilijk het was toen hij voor het eerst zijn krantenwijk had.