Donald is boos want hij moet in zijn tuin erg veel bladeren bij elkaar harken. Kwik, Kwek en Kwak spelen met ballonnen en rennen door de tuin. Ze hangen zogenaamd de post aan een ballon, maar het touwtje knapt waardoor al het papier in de tuin terechtkomt. Donald mag het opruimen. Ze hangen een emmer met troep aan een ballon, maar de ballon komt in takken terecht en knapt waardoor de troep in de tuin terechtkomt. Donald mag het weer opruimen. Ze verbergen een verkenningsballon onder de berg bladeren, maar Donald gooit een spijker die hij gevonden heeft weg en de spijker valt precies op de ballon. De ballon knalt en alle bladeren vliegen weer door de tuin. Donald krijgt een woedeaanval en Kwik, Kwek en Kwak vluchten naar de schuilhut van de Jonge Woudlopers. Donald is op zoek naar zijn neefjes en ziet twee ballonnen. Hij treft Willie Wortel die het ballongas dat hij net uitgevonden heeft aan het testen is. Kwik, Kwek en Kwak helpen hem ook met testen. Door het nieuwe gas krijgen de ballonnen een enorme draagkracht. Kwik, Kwek en Kwak testen hun laatste ballon bij hun hut en hangen stenen aan de ballon. Maar Donald komt voorbij en hij zit op een enorme ballon in de vorm van zichzelf. Hij heeft aandrijving en kan de ballon besturen met twee stuurknuppels. Hij vangt zijn neefjes en voor straf mogen zij de tuin opruimen. Maar Donald valt in slaap en schopt met zijn voet tegen een knuppel waardoor deze afbreekt. Hierdoor blaast de ballon zichzelf erg op. De opwaartse kracht wordt zo groot dat het touw waarmee hij aan de grond vastzit breekt. Als hij wakker wordt, ziet hij dat hij zich op tien kilometer hoogte bevindt. Op het vliegveld zien ze met de radar een grote eend van wel tweehonderd meter hoog. Het leger gaat er met vliegtuigen op af en laten de ballon knallen met een pijltje. Donald gebruikt de resten van de ballon als parachute en komt veilig weer in zijn eigen tuin terecht op de berg bladeren. De bladeren verspreiden zich weer en hij mag opnieuw beginnen.
