Donald gooit troep bij zijn buurman Bolderbast in de tuin. Als Kwik, Kwek en Kwak hem vragen waarom hij dit doet antwoordt hij dat hij dit doet om de buurman te horen bulderen als die het weer teruggooit. Als de buurman het weer terug gooit wordt Donald pijnlijk geraakt. Die vindt echter dat hij zijn leven moet beteren en besluit die dag goede daden te gaan verrichten. Hij ziet de krant van de buurman ver van de deur liggen en gooit hem dichterbij. De buurman krijgt de krant echter recht in zijn gezicht en die gooit een vaas terug op Donald zijn hoofd. Donald wil de bakker helpen een stapel taarten te dragen maar hij vernielt er een paar en de bakker komt onder de taart te zitten. De bakker gooit de taarten bij Donald in zijn gezicht. Donald en de neefjes gaan naar het platteland om goede daden te verrichten. Daar landt een vliegtuig en als de piloot uitstapt, valt die meteen in slaap. De motor loopt nog en als goede daad wil Donald de motor uitzetten. Ze klimmen in het vliegtuig maar in plaats van de motor van het vliegtuig uit te zetten stijgen ze op. Ze komen uit in een jungle en worden door de inboorlingen naar hun koning gebracht. Donald denkt dat een aap een kokosnoot naar de koning wil gooien en om zijn goede daad te verrichten duwt hij de koning weg. Deze valt daardoor van het plateau waar zijn troon op staat. De koning is boos en wil Donald verbranden. Ze binden hem op de brandstapel en om toch nog een goede daad te verrichten raden Kwik, Kwek en Kwak hun oom aan om de inboorlingen lucifers te geven om de brandstapel aan te steken. Als hij dit doet zijn de inboorlingen zo onder de indruk dat ze allemaal vuurstokjes willen hebben. De rieten rokjes van de inboorlingen vatten allemaal vlam en dankzij het rumoer dat zo ontstaat kunnen ze ontsnappen. Als ze met het vliegtuig weer terugkomen, is de piloot erg boos maar omdat het die dag dinsdag is wil de piloot een goede daad verrichten. In plaats van boos op Donald te worden geeft hij hem tien gulden omdat hij op zijn vliegtuig gepast heeft.