Donald en zijn neefjes gaan naar de ranch De Woeste Hoeve om paarden te huren. De eigenaar van de ranch raadt hen aan niet naar de Ronde Tafelberg te gaan want daar verdwaalt iedereen. Donald denkt echter dat hij niet kan verdwalen en ze gaan daar toch heen. De berg is gemakkelijk te vinden maar als ze terug willen gaan lijkt opeens alles op elkaar en de wind heeft ook nog eens alle sporen uitgewist. Op het richtingsgevoel van Donald vertrouwend, gaan ze toch maar op weg maar aan de zon zien Kwik, Kwek en Kwak dat ze helemaal verkeerd gaan. Doormiddel van een touw dat aan het paard van Donald vastzit weten Kwik, Kwek en Kwak hun richting te veranderen zonder dat hun oom het merkt. Maar Donald ziet een goudmijn en als ze daar gaan kijken worden ze weggejaagd door de eigenaar. Ze gaan weer verkeerd en moeten weer stiekem hun richting veranderen. Donald laat zich weer afleiden door een fatamorgana van een zwembad waar ijsjes verkocht worden en door een koolzuurhoudende bron waar hij te veel drinkt. Omdat Donald vindt dat zijn neefjes zich overal mee bemoeien, doet hij hen een blinddoek om. Kwik, Kwek en Kwak maken geblinddoekt echter toch hun paard los. Zij laten het paard de vrije loop omdat ze denken dat die de weg terug wel kent en Donald moet hen wel volgen. Zo komen ze terug en Donald is trots dat hij de weg zo goed teruggevonden heeft. Maar ze komen bij de Ratel Ranch en de Woeste Hoeve ligt een paar kilometer verderop.
