Oma staat met haar naaimandje op Oom Dagobert te wachten. Het konvooi is al vertrokken en Oom Dagobert is laat omdat hij zijn wagen nog moest laden en zich passend moest kleden. Maar hij zegt tegen haar dat ze zich geen zorgen hoeft te maken omdat hij de rijder van de voorste wagon omgekocht heeft. Die zal doen alsof ze pech hebben zodat zij alsnog kunnen aansluiten. Oma zegt dat Oom Dagobert denkt dat hij met zijn geld alles kan krijgen en Oom Dagobert beaamt dat. Als het konvooi stopt om te eten, ontdekt Oma dat Oom Dagobert alleen maar een wagen vol geld meegenomen heeft. Oom Dagobert zegt dat hij wel eten kan kopen maar dat valt tegen. Iedereen heeft precies genoeg eten voor zichzelf meegenomen en ze krijgen niets. Daarom koopt Oom Dagobert een geweer en gaat op jacht, maar hij beschiet een indiaan die zelf aan het jagen was en die zich vermomd had als buffel. De indiaan komt schietend achter hem aan maar door hem een zak met munten te geven komt hij van hem af. Oom Dagobert gaat op zoek naar haver om pap te maken en Oma gaat zitten naaien. De indianen komen terug want ze vinden Oom Dagobert een oplichter. Ze beschieten hen met pijlen en Oom Dagobert gooit zakken geld naar de indianen. Het geld van Oom Dagobert raakt op en de indianen krijgen hem te pakken omdat de anderen in het konvooi Oom Dagobert naar de indianen gooien. Oma slaat echter boos met haar naaimandje op de indianen in, waardoor de indianen stoppen met vechten. Er zijn knopen uit het naaimandje gevallen en die willen de indianen hebben. Ze vinden die knopen veel beter dan de knopen die Oom Dagobert hun gegeven heeft. Ze dachten dat de munten knopen waren. In ruil voor de knopen krijgen ze ook eten van de indianen. Oom Dagobert koopt van alle vrouwen in de karavaan alle knopen. Hij heeft geen geld meer maar kan in alle volgende indianendorpen nu wel eten kopen. Oma noemt hem nu een knopenmagnaat.