Oom Dagobert heeft een nieuwe kluis van onverwoestbaar stabilium waar niemand maar in kan komen zonder de combinatie. Hij heeft de combinatie van de kluis op een papiertje geschreven en in een medaillon gestopt. Het medaillon heeft hij om een beeldje van zichzelf gehangen. Donald en zijn neefjes zijn in de haven aan het vissen. Als ze hun broodjes met lekkere Noorse kaas willen eten, ontdekken ze dat er een soort rat in hun broodjeszak zit die alle kaas opgegeten heeft. Ze nemen het beestje mee naar Oom Dagobert omdat die volgens hen wel weet wat voor dier het is. Oom Dagobert ziet alleen een geld etende rat in het beestje en wil het weg jagen. Het beestje vlucht maar springt op het standbeeldje waar het medaillon aan hangt. Het beeldje valt samen met het beestje op de grond en breekt en het medaillon valt om de nek van het beestje. Het beestje springt door het raam en vlucht. Dit is een ramp voor Oom Dagobert want hij kent de combinatie van de kluis niet uit zijn hoofd. Ze gaan achter het beestje aan en zien hem in de haven aan boord gaan van de Annie MXMXXXIV. Ze volgen het schip met een helikopter maar raken het in de mist kwijt. Niemand weet waar het schip heen gaat. Na een week horen ze dat het schip gezien is in Smorrestad in Noorwegen. Donald, Oom Dagobert en de neefjes gaan erheen en vinden het schip in de haven. Ook het beestje is nog aan boord maar als ze het willen vangen ontsnapt het weer. Hij gaat overboord en hij drijft in de hoed van Oom Dagobert naar land. Met een sloep gaan ze erachteraan en komen op het strand. Daar vragen ze aan twee kindertjes of ze een rat voorbij hebben zien komen. De twee zeggen dat het beestje geen rat is maar een lemming en dat hij de bergen in getrokken is. Ze gaan naar de bergen maar ze zien duizenden lemmings. Donald en Oom Dagobert controleren bij vele lemmings of ze een medaillon dragen maar het is hopeloos. Kwik, Kwek en Kwak, die gek zijn op Noorse kaas, kopen intussen een grote kaas. Om de kaas tegen de lemmings te beschermen hangen ze hem aan een touw aan telefoonkabels zodat hij boven de grond hangt. Ze zoeken met ze allen verder naar de lemming met het medaillon maar hoe verder ze in de bergen komen des te meer lemmings ze zien. De lemmings trekken met miljoenen naar zee en verslinden onderweg alles wat ze tegenkomen. Ze storten zich in zee en zwemmen weg. Er is er nog nooit één teruggekomen. Wanhopig proberen Donald en Oom Dagobert een muurtje te bouwen om de lemmings tegen te houden maar het heeft allemaal geen nut. Ze kunnen alleen toezien hoe de lemmings in zee verdwijnen en Oom Dagobert geeft de hoop op zijn geld ooit nog te zien. Hij is vreselijk droevig en om hem wat vrolijker te maken willen Kwik, Kwek en Kwak hem wat van hun kaas geven. Als ze bij hun kaas, die nog aan de telefoondraad hangt, aankomen zien ze dat er een lemming in zit die zich erin gevreten heeft. Doordat hij te dik geworden is kan hij er niet meer uit. Ze vertellen Oom Dagobert nog niets want ze willen een beloning verdienen. Als ze aan tafel zitten om van de kaas te eten vragen ze Oom Dagobert of hij hun een beloning zou geven als ze het medaillon alsnog zouden vinden. Hij zegt dat hij ze dan een grote goudklomp zou geven. Ze openen de kaas en Oom Dagobert ziet de lemming. Oom Dagobert is weer vrolijk maar Kwik, Kwek en Kwak zijn teleurgesteld. Als beloning hebben ze de kaas gekregen want Oom Dagobert bedoelde dat ze een goudkleurige klomp zouden krijgen.
