De bediende achter de bar van een restaurantje ziet Oom Dagobert naar binnen komen. De man weet dat Oom Dagobert altijd gratis koffie probeert te krijgen en is dus op zijn hoede. Oom Dagobert vraagt de bediende verlegen of hij hem misschien een klein kopje koffie voor een stuiver zou willen verkopen. De bediende zegt nors dat hij geen kleine kopjes heeft maar dat is geen probleem want Oom Dagobert zet zelf een klein kopje op tafel. Hij zegt dat het kopje precies de helft is van de kopjes die de bediende normaal schenkt. De bediende meet het kopje na en zegt dat het inderdaad half zo groot is als de kopjes van tien cent. Hij vindt het goed en schenkt de kop vol. Maar de kop is een uitschuifbare kop.