Oom Dagobert leest in een boek over de steen der wijzen. Hij belt Donald om te vertellen dat hij denkt dat hij weet waar hij de steen kan vinden en vraagt hem of hij wil helpen de steen te zoeken. De steen is gemaakt door Ostanes de Mediër die vier metalen bij elkaar deed. Met de steen kan gewoon metaal in goud veranderd worden. Ze gaan samen met Kwik, Kwek en Kwak naar een kasteel in het Zwarte Woud waar Oom Dagobert denkt de steen te vinden. Hij denkt dat een ridder, die terugkwam van een kruistocht, de steen 845 jaar geleden vanuit Palestina meegenomen heeft. Ze nemen de boot naar Europa. Op de boot loopt ook een vreemde man met een grote bril en een lange baard rond. In het kasteel volgen ze de aanwijzing maar vinden de steen niet. Ze vinden wel een stuk perkament waaruit ze kunnen opmaken dat de steen door een geleerde meegenomen is naar Rome om hem aan de keizer te tonen. Ze verlaten teleurgesteld het kasteel en Oom Dagobert wil het opgeven. Maar buiten zien ze de man met de baard weer. Oom Dagobert denkt dat de man ook op zoek is naar de steen der wijzen en wil daardoor toch verder zoeken. Ze gaan met de auto naar Rome en onderweg bezoeken ze vele bibliotheken om aanwijzingen te vinden. In één van die bibliotheken vinden ze een aanwijzing dat een geleerde met een gele steen in het jaar 1110 door de stadspoort gegaan is. Ze ontdekken ook dat de man overvallen werd door Siciliaanse piraten die hem de steen ontnamen. Oom Dagobert wil de zoektocht weer opgeven maar als ze de bibliotheek uitgaan zien ze de man met de baard weer. Na enig onderzoek vinden ze de schuilplaats van de piraten. Daar vinden ze een geschrift waaruit blijkt dat ze met de steen naar Damascus vertrokken zijn. Ze zien ook de man met de baard in de schuilplaats. In Damascus raken ze het spoor echter volledig kwijt. Maar Kwik, Kwek en Kwak lezen in hun woudlopershandboek dat Saraceense piraten de zeeën onveilig maakten en die hadden hun hoofdkwartier op Kreta. De piraten hadden een stad gebouwd in een grot die ze Labyrint noemden. Oom Dagobert en Donald kennen dit verhaal als een fabel. De Minotaurus woonde in het Labyrint. Kwik, Kwek en Kwak worden boos en zeggen dat hun woudlopershandboek altijd gelijk heeft. Donald vertelt dat de Minotaurus een monster was dat door Theseus verslagen werd. Theseus vond zijn weg uit het Labyrint terug doordat hij de draad volgde die hij van Ariadne gekregen had. Kwik, Kwek en Kwak vertellen dat in het woudlopershandboek staat dat het Labyrint bij de ruïne van het paleis van koning Minos ligt maar dat de ingang ingestort is door een aardbeving. Niemand heeft tot nu toe de ingang terug kunnen vinden. Oom Dagobert vindt dit toch wel aannemelijk klinken en besluit bij de ruïne te gaan zoeken. Als ze daar zoeken zien ze ook de man met de baard weer. De man wordt erg boos en zegt dat hij het opgeeft. Met behulp van het woudlopershandboek kunnen Kwik, Kwek en Kwak teksten op de muur ontcijferen en ze vinden de ingang. Ze komen in het enorme labyrint en zien vele gangen. Ze zwerven door de gangen en ontwijken vele vallen. Ze komen in een kamer met enorme gouden schatten en vele sieraden. Eén van de neefjes vindt een steen en geeft die aan Oom Dagobert. Die gooit de steen nonchalant weg maar als hij op een ijzeren lantaarn terechtkomt verandert die in goud. Ze hebben de steen der wijzen gevonden en willen terug. Maar ze zijn totaal verdwaald in het labyrint. Gelukkig hebben Kwik, Kwek en Kwak een draad achtergelaten die ze nu kunnen volgen om weer buiten te komen. In hun hotel verandert Oom Dagobert alles in goud. Kwik, Kwek en Kwak zeggen dat hij daar mee op moet houden omdat dit erg veel argwaan zal wekken. De man met de baard zit beneden in het hotel en ziet een ober met een gouden servies voorbij lopen. Hij concludeert dat Oom Dagobert de steen gevonden heeft en wil hem waarschuwen. Op dat moment wordt hij echter gegrepen door Kwik, Kwek en Kwak. Ze willen weten wat hij wil. De man vertelt dat hij Geinponem heet en werkt bij het Internationaal Goudreservefonds. Hij wil voorkomen dat er zo veel goud komt dat de prijs zal kelderen. Bovendien verandert diegene die de steen vasthoudt zelf ook beetje bij beetje in goud. Ze zoeken Oom Dagobert maar kunnen hem in eerst instantie niet vinden. Oom Dagobert is samen met Donald op de vuilnisbelt en verandert daar waardeloos metaal in goud. Het valt hem op dat zijn eigen gewrichten piepen. Kwik, Kwek en Kwak vinden Donald en Oom Dagobert en voorkomen dat hij verder nog metaal in goud verandert. Meneer Geinponem zegt dat Oom Dagobert niet teleurgesteld moet zijn dat hij de steen moet opgeven want in ruil daarvoor krijgt hij een gezond kleurtje in zijn gezicht. Op de terugweg op de boot vindt Oom Dagobert het toch wel een beetje jammer dat hij niet in goud veranderd is. Want dan had hij na het scheren elke keer zijn bakkebaarden voor vijf euro kunnen verkopen.
