Net als Oom Dagobert de beroemde rijkaard Mazzelaar Mac Zwijn zijn kantoor uitgooit, komen Donald en zijn neefjes langs. Oom Dagobert vertelt hun dat Mac Zwijn hem lastig valt om een bootrace die hun ooms ooit begonnen zijn af te maken. In 1870 was de oom van Mazzelaar, Spekkie Mac Zwijn, kapitein van het schip De Waternimf. Zijn eigen oom Spaarpot Duck was kapitein van het schip De Katoenprinses. Ze hielden een bootrace op de Mississippi van Natchez naar de Buizerdbocht. Ze streden om de eigendomsrechten van het landgoed Korenvliet. Tijdens de race zonk De Katoenprinses door een boomstronk en De Waternimf zonk omdat de stoomketels ontploften. Mazzelaar wil de boten lichten en de race afmaken. Oom Dagobert wil dat niet omdat dat allemaal veel te veel geld zou kosten. Donald en Kwik, Kwek en Kwak vertellen hem dat het landgoed ook veel waard is en dat hij daar echt als een landheer zou kunnen wonen. Oom Dagobert laat zich overhalen en belt Mazzelaar op dat hij de race aangaat. Donald en Kwik, Kwek en Kwak moeten hem wel helpen bij de race en ze nemen het vliegtuig richting de Mississippi. Oom Dagobert vertelt hun daar dat de race nu al is begonnen. Het lichten van de boten hoort bij de race dus wie het eerste de boot licht kan als eerste wegvaren. Onderweg worden ze ingehaald door de privé-straaljager van Mac Zwijn. Oom Dagobert is uit het veld geslagen maar wil de race nog niet opgeven want hij heeft al voor tien cent een oude kaart van de rivier gekocht. Ze roeien met een bootje naar de plek waar de boten gezonken zijn en zien dat Mac Zwijn veel geld uitgeeft om zijn boot te lichten en op te knappen. Al snel is De Waternimf gelicht en liggen ze ver achter. Kwik, Kwek en Kwak vertellen Oom Dagobert dat ze wel een manier weten om hun boot goedkoop te lichten maar ze hebben wel een paar duizend euro nodig. Met dat geld kopen ze veel oude binnenbanden en touw. Ze duiken naar de boot en blazen onderwater de banden op waardoor De Katoenprinses weer boven water komt. De machines zijn nog intact want ze zijn van koper. Mac Zwijn moet voor veel geld nieuwe machine installeren en dat kost veel tijd. Dankzij het touw blijft De Katoenprinses drijven. Ze vinden tonnen met pek aan boord waarmee ze al snel hun schip langzaam varend krijgen. De rivier splitst zich echter en Oom Dagobert moet op zijn kaart kijken om de goede weg te nemen. Maar hij moet niezen en blaast het middenstuk van de kaart weg. Als ze het stuk kaart weer uit de rivier opgevist hebben, gaan ze verder en lijkt de finish niet ver weg. Maar hun weg loopt dood want de kaart van Oom Dagobert is uit 1870 en de rivier is sindsdien helemaal veranderd. Ze hadden de andere zijarm moeten nemen en moeten terugvaren maar hun pek raakt op. Ze breken de boot af om hout te hebben om te stoken. Als Oom Dagobert aan het stuur staat moet hij weer hard niezen en het rad breekt af. Ze moeten nu met palen via de oever sturen. Inmiddels vaart de Waternimf ook weer en komt snel langszij. Maar omdat de Katoenprinses steeds lichter wordt gaat die steeds sneller varen. Mac Zwijn wil sneller varen maar de ketels zijn te sterk voor de oude boot die daardoor in tweeën breekt. Maar de wedstrijd is pas gewonnen als De Katoenprinses over de finish vaart. Vlak voor de finish is het hout echter op en drijven de stoomketels en het aandrijfrad alleen nog op de banden die bij elkaar gehouden worden door touw. Oom Dagobert moet nog een keer niezen en niest zo hard dat het rad gaat draaien en ze over de finish varen en de race winnen. Oom Dagobert, Donald en de neefjes gaan kijken op het landgoed dat Oom Dagobert gewonnen heeft. Het huis blijkt een bouwval en als Oom Dagobert weer niest, stort het helemaal ineen. Oom Dagobert gaat boos achter Donald en de neefjes aan.
