Oom Dagobert vertelt Kwik, Kwek en Kwak in zijn geldpakhuis dat hij rijk geworden is door hard te werken. Hij heeft goudmijnen, zilvermijnen en nog veel meer ontdekt en hij was beter en slimmer dan de anderen. Donald wil wel weten hoe Oom Dagobert dat deed want ze zijn van plan in de woestijn op zoek te gaan naar schatten. Oom Dagobert wil dat niet vertellen want hij wil mee om te laten zien hoe het moet. Eerst wil Donald dat niet maar hij laat zich toch overhalen. Ze krijgen echter maar één procent van wat ze vinden. Kwik, Kwek en Kwak willen gelijk in het geldpakhuis gaan zoeken want één procent daarvan is best veel. Oom Dagobert vindt dat een flauwe grap en zegt dat hij een willekeurige plek op aarde zal aanwijzen waar ze zullen gaan zoeken. Hij draait een globe rond en wijst met zijn ogen dicht een plek aan. Ze moeten naar Australië. Daar aangekomen kopen ze materiaal om te gaan schatgraven. De mannen Spitter en Schepsma herkennen Oom Dagobert en volgen hen om te zien wat ze zullen vinden. Dagen later komen ze op de plek in de woestijn aan die Oom Dagobert aangewezen had. Oom Dagobert begint met een houweel te graven maar slaat zijn veldfles lek waardoor het water wegloopt. Vervolgens krijgt hij een steen op zijn hoofd die van lood blijkt te zijn. Ze gaan op zoek naar water en vinden een meertje waar heel veel kangoeroes zijn. Ze willen de kangoeroes wegjagen maar dat wordt voor hen gedaan doordat de spotvogels die daar zijn beginnen te krijsen. Ze zetten hun tenten op en gaan op zoek naar schatten. De spotvogels beginnen weer te krijsen en Oom Dagobert gooit een steen naar hen. De steen breekt een stuk rots af waardoor er zilver tevoorschijn komt. Maar Oom Dagobert wil een grotere schat vinden en ze zoeken verder. Niet veel later vindt hij een uraniummijn. Ze zien echter vreemde sporen bij het meer en vrezen dat er spionnen rondlopen die hun mijn willen claimen. Kwik, Kwek en Kwak zijn vrienden geworden met de kangoeroes. De kangoeroes trekken elke avond weg en ze laten hen het uranium in hun buidels wegbrengen. Kwik, Kwek en Kwak gaan zelf ook mee in de buidels om te kijken waar de kangoeroes heen gaan. Ze vertrekken in de richting van twee bomen die bij het meertje staan. Maar Spitter en Schepsma verbergen zich in die bomen en in de nacht verplaatsen zij zich. De volgende dag willen Oom Dagobert en Donald de kangoeroes achterna en lopen langs de bomen de woestijn in. Maar ze gaan helemaal de verkeerde richting uit en verdwalen. Kwik, Kwek en Kwak gaan terug naar het meer om te kijken waar hun oom en Oom Dagobert blijven. Ze zien daar Spitter en Schepsma. Die willen echter helemaal geen kwaad doen en hebben het land geclaimd naast de mijn van Oom Dagobert. Ze vullen hun veldflessen en gaan samen op zoek naar Donald en Oom Dagobert. Het water van Donald en Oom Dagobert raakt op en Oom Dagobert gaat op zoek naar een waterbron. Maar hij vindt alleen maar goud, koper, diamanten, platina, nikkel, tin en aluminium. Donald denkt dat Oom Dagobert bij het zoeken naar water ongeluk brengt en doet hem een blinddoek om. Met de blinddoek om hoort Oom Dagobert onder de grond water stromen en ze beginnen te graven. Kwik, Kwek en Kwak en de twee mannen komen voorbij en Donald en Oom Dagobert rennen naar hen toe om water te drinken. Oom Dagobert hoorde namelijk geen water stromen maar olie.