Ritto is de bediende van kolonel Nils Zenna. Trigië is in oorlog met het buurland Cato. Zenna moet samen met zijn boordschutter Voth tegen Cato vechten. Zij vliegen boven de jungle van Daveli en worden daar aangevallen en neergeschoten. Sergeant Voth weet zich uit het wrakstuk te bevrijden, maar kan Zenna niet vinden. Wel vindt hij het identificatieplaatje van Zenna en neemt dat mee. Na een trektocht door de jungle, die drie Lunar jaren duurt, komt hij weer terug in Trigië. Iedereen denkt dat hij Zenna is en hij laat dat zo. Teruggekeerd in zijn huis, ontdekt zijn bediende dat hij niet Zenna is. Ritto heeft al het geld van Zenna opgemaakt en heeft zelfs nog gokschulden. Hij dwingt Voth in de naam van Zenna overal geld te lenen, omdat hij anders zijn ware identiteit bekend zal maken. Zenna wordt weer opgeroepen voor de oorlog tegen Cato, maar hij kan helemaal niet vliegen. Het lukt hem toch om op te stijgen en hij wordt neergeschoten. Tijdens de crash neemt hij twee vliegtuigen van Cato mee en redt daardoor Janno. Trigo ziet hem nu zelfs als held. Op een nacht komen de mannen van Cato in het huis van Zenna. Ritto heeft ze uitgenodigd om daar een laserkanon te plaatsen. Het huis ligt heel strategisch en vele doelen kunnen vanuit daar vernietigd worden. Als het laserkanon klaar is, willen de mannen van Cato het paleis van Trigo vernietigen. Dat gaat Voth te ver en valt ze aan. Op dat moment komt Janno binnen. Hij overmeestert de mannen van Cato. Hij neemt Voth mee naar buiten en laat het kanon ontploffen, zodat iedereen denkt dat Nils Zenna dood is. Ritto wordt veroordeeld tot de mijnen en Voth is kleermaker geworden in een uithoek van het rijk. Wat er met de echte Nils Zenna gebeurd is, weet niemand.
